Ulceraties en erosies

Inleiding

  • Heterogene groep

    • lokale oorzaak

    • systeemziekte

  • Termen

    • erosie: ondiep epitheeldefect

      • klinisch: erythemateus, oppervlakkig

    • ulcus: diepere krater door ganse dikte epitheel

    • vesiculae/blaren

      • barsten waarna erosie/uclus te zien is ⇒ secundaire ulceratie

      • surinfectie ⇒ moeilijke APO-diagnostiek

      • biopsie: intacte vesikel

    • recidiverend vs niet-recidiverend

      • vb. recidiverend: aften, herpes

    • ulcus langer dan 3 weken ➞ maligne tot tegendeel bewezen ➞ biopsie

    • pijnloos ulcer: bijzondere aandacht nodig!

      • carcinoom

      • eosinofiel granuloom

      • TBC

      • syfilis

      • histoplasmose

      • ulcus bij Reiter syndroom

      • MRONJ

      • ORN

    • pijnlijk, recurrent met verlittekening

      • epidermolysis bullosa

      • Behçet

      • deprivatie

      • diepe chemische/radiotherapeutische verbranding

  • Tal van classificaties, entiteiten worden individueel besproken

Traumatisch ulcus

  • Allerhande oorzaken

  • Kenmerkend: vlugge heling na opheffen oorzaak

  • Drukulcus van prothese t.h.v. protheserand

    • vaak bij nieuwe prothese

    • na jaren indien resorptie van processus alveolaris ⇒ dieper inzakken ⇒ ulcus

  • Bijtulcus

    • tongrand en wangmucosa

    • tegenover carieus element met snijdende glazuurrand

    • inbijten van boven M3 in trigonum ⇒ pseudopericoronitis van onderwijsheidstand

    • na spixverdoving t.h.v. onderlip, vaak bij kinderen, geel beslag doet aan brandwonde denken

      • unilateraal indien spix slechts aan 1 zijde gegeven

  • Cotton wool injury

    • lange tijd uitdroging, bij wegnemen ontstaan van oppervlakkige erosie

  • APO

    • ulceratie met granulatieweefsel in bodem

    • polymorf infiltraat tot diep in de mucosa en spier

    • meestal veel eosinofielen

Carcinoom

  • Geïndureerde rand en onregelmatige necrotische bodem

  • Eventueel scherp afgelijnd

  • Lokaties

    • onderlip

    • tongranden

    • mondbodem

  • Symptomen: initieel niet alarmerend ⇒ delay tot diagnose

    • soms pijnlijk: vb. oorpijn bij tongulcus

Tuberculose

  • Zeer zeldzaam

  • Secundair aan longTBC

  • Lokaties

    • tong

    • lippen

  • Onregelmatig en pijnloos met fijne, slecht afgelijnde, ondermijnde rand

  • Grijs-geel fibrineus beslag

  • Bedekt met vegetaties

  • Regionale klierzwelling!

Syfilis

  • Spirocheet: Treponema pallidum

  • Primaire syfilis: sjanker

    • lokaties

      • lippen

      • tong

      • palatum

      • amandelloge

    • incubatietijd: 3-4 weken

    • sjanker:

      • diameter van mm tot paar cm

      • pijnloos, rood, licht opgeworpen rand

      • grijs sereus exsudaat op geindureerde bodem ➞ zeer besmettelijk

    • pijnloze regionale adenopathie

  • Secundaire syfilis: plaques

    • geen ulceraties

    • niet-pijnlijke, niet-afveegbare, wit-grijze plaques ➞ zeer infectieus, omgeven door erythemateuze zone

    • tong, gingiva, wangmucosa

    • verdwijnen spontaan, kunnen recidiveren

    • DDx: Candida

    • ontwikkelt +/- 6 weken na genezen primair stadium

  • Tertiaire syfilis: gumma

    • zeer zeldzaam

    • perforatie palatum, solitair ulcus tong

    • enkele mm tot cm

    • rubberachtig infiltraat ⇒ ulceratie + necrose tot op bot

      • op palatum krijg je perforatie naar neusholte

    • soms pas jaren na secundair stadium

  • Atrofische/interstitiële glossitis

    • 20% gaat over in een carcinoom

Iatrogene ulcera

  • Op basis van

    • bestraling

    • chemotherapie

    • antiresorptiva

Recidiverende afteuze stomatitis

  • Prevalentie

    • 20% sporadisch

    • voor het eerst tussen 10-30 jaar

  • Frequentie

    • veel variatie in frequentie, aantal aften/opstoot, genezingsduur

    • recidiverende afteuze stomatitis = recidiverende orale ulceraties (ROU)

    • meestal slechts enkele keren per jaar = eenvoudige aftosis

    • sommigen ononderbroken, meerdere per keer = complexe aftosis

      • DDx

        • Behçet

        • inflammatoire darmziekten

        • HIV

        • cyclische neutropenie

        • systeemlupus

        • deficiënties van ijzer, zink, vitamine B12, foliumzuur

        • uitlokkende medicatie

        • FAPA: fever, aphtous stomatitis, pharyngitis, adenitis

        • MAGIC: mouth and genital ulcers with inflamed cartilage

  • Symptomen

    • pijnlijk, rond tot ovaal, 3 mm, rode halo, scherp begrensd, grijze membraan op bodem

    • solitair of multipel, soms op genitaliën

    • soms invaliderend: sliklast, eten, praten

  • Morfologische varianten: minor, major, herpetiform

    • minor

      • 80% van de aften

      • 5-10 mm

      • heling na 1 week zonder litteken

    • major

      • 10% van de aften

      • = ziekte van Sutton = periadenitis mucosa necrotica recurrens

      • > 1 cm

      • zeer pijnlijk

      • genezing na weken tot maanden met litteken

      • groter, dieper en onregelmatiger van vorm

      • DDx met andere ulcera: dit recidiveert en is erg pijnlijk (i.t.t. bijtletsel, carcinoom, syfilis, TBC)

      • associatie met letsel op penis of vulva, conjunctiva

      • associatie met reumatoïde artritis

    • herpetiform

      • 10% van alle aften

      • zeer klein 1-3 mm in groepjes gelegen

      • conflueren tot grote ulceraties

      • genezing na 1-4 weken

  • Biochemische onderzoeken

    • bloedname

      • complet

      • ijzer, ferritine

      • foliumzuur

      • vitamine B12

      • zink

      • HIV

      • tissue transglutaminase-IgA

      • ANF

      • sedimentatie

      • CRP

      • urinesediment

    • kweek/PCR

      • Herpes simplex bij genitale ulceraties

  • Vermoeden Behçet: verwijzen naar interne

  • Etiologie

    • oorzaak niet gekend

    • bevorderende factoren

      • trauma

        • vb. aft na extractie in de buurt van alveole

      • psychisch: stress

        • incidentie bij studenten hoger dan bij rest bevolking (55% versus 22%)

      • hormonaal

        • minder voorkomen tijdens zwangerschap

        • nemen van de pil: minder aften bij sommigen

        • rond menses: grotere aften

      • andere factoren

        • familiaal voorkomen

        • hooikoorts

        • astma

        • voedselallergie

  • Behandeling

    • symptomatisch en empirisch

    • frequentie en ernst vaak niet beïnvloedbaar

    • topisch

      • pijnstillende mondspoeling

        • R/

          • tetracyclinehydrochloride 0,5%

          • natriumcarboxymethylcellulose 1%

          • vitamine A 0,5 g

          • Sirupus simplex 30 cc

          • Aqua Menthol ad 100 cc

        • DT/ 1 fles 100 cc

        • S/ 3x/dag gedurende 2 min. in mond houden, niet doorslikken

      • eventueel kan men toevoegen: lidocaïne 0,5%, maar in dat geval moet men rekening houden met de maximaal toelaatbare dagdosis licocaïne (ongeveer 300 mg/dag voor een volwassene van 70 kg).

      • bij kinderen wordt de tetracycline vervangen door Erythroforte 1%, tetracycline zou de duur en de pijn van de aften verminderen, maar mag niet toegevoegd worden bij zwangeren, bij borstvoeding en bij kinderen

    • pijnstillende mondspoeling

      • R/

      • tetracyclinehydrochloride 0.5%

      • vitamine A 0.5g

      • Aqua Menthol ad 100cc

      • clobetasolpropionaat 75mg

      • hydroxymethylcellulose 1%

    • pijnstillende mondspoeling: sterkere variant

      • R/

        • clobetasolproprionaat 75mg

        • alcohol 96% 30 ml

        • natriumedetaat 50 mg

        • sorbitol 70% 100 ml

        • frambozenessence 6 druppels

        • solutio methylparabeni conc FNA 2 ml

        • aqua ad 300 cc

      • DT/ 1 fles 300 cc

      • S/ 3x/dag mond spoelen zonder in te slikken

    • caustica

      • verminderd pijn

      • aanstippen met trichloorazijnzuur

    • corticosteroïden

      • triamcinoloneacetonide

      • betamethasonvaleraat

      • Fluocinoide

      • clobetasolpropionaat

      • cave: hirsutisme, moon-facies, candidiasis

    • chloorhexidine mondspoeling

      • verlengt vrije intervallen

      • cave: smaakverandering, bruine verkleuring tong en tanden

    • niet verkrijgbaar in België: amlexanox 5% pasta

  • Systemisch: voor ernstige, recidiverende of continu aanwezige

    • corticoïden

    • pentoxyfylline

    • dapsone (diaminodifenylsulfone)

    • thalidomide

    • methotrexaat

    • azathioprine

    • cyclosporine

    • => cave gevaarlijke nevenwerkingen

  • Verder

    • systemische corticoïden niet aangewezen

    • mondspoeling met tetracyclines soms gunstige invloed

    • soms vitamine B behandeling

Syndroom van Behçet

  • = Idiopathische systeemvasculitis met chronisch verloop + acute aanvallen van ontsteking

  • Geografische distributie

    • Zijderoute

    • bij ons: importziekte

    • hoogst in Turkije: 421/100.000

  • Triade

    • orale & genitale ulcera

      • oraal: mineure, majeure of herpetiforme recidiverende ulceraties

        • minimum 3x recidief/12 maanden

      • bij 97-100% aanwezig

        • vaak 1e symptoom, jaren voor de andere symptomen

        • niet te onderscheiden van gewone ROU

        • circulaire erosies van 3-6 mm, grijze necrotische bodem, scherpe rode halo

        • erg pijnlijk, verdwijnen spontaan na 1 week, duiken elders terug op

        • onstaan vaak op plaats van trauma

    • uveïtis

    • hypopyon

    • verder cutane, articulaire, GI, neurologische, renale en vasculaire aantasting

  • Pathogenese: ongekend, waarschijnlijk multifactorieel

    • genetisch

      • Turkijke/Griekenland: 75% HLA-B51 positief

    • infectieus

    • immunologisch

    • omgevingsfactoren

  • Pathofysiologie

    • vasculitis

    • toegenomen stollingsneiging

    • hyperfunctie neutrofielen

    • auto-immune reacties

  • Diagnose

    • klinisch: criteria van International Study Group for Behçet's Disease

    • geen pathognomonische symptomen/labotesten

  • Morbiditeit/mortaliteit

    • bepaald door oftalmologische, neurologische en vasculaire aantasting

  • Behandeling

    • afhankelijk van presentatie

    • colchicine

    • corticoiden

    • immuunsuppressiva

    • heelkunde

    • FDA goedkeuring voor biologicals

      • infliximab

      • adalimumab

    • In studieverband

      • gevokizumab

      • rituximab

Hand-foot-mouth disease

  • Lijkt op aften, veroorzaakt door Coxsackie-A virus

  • Bij kinderen onder 10 jaar

  • Ook bij volwassenen

  • S/

    • kleine ulcera, niet van aften te onderscheiden

    • maculopapulaire, vesiculaire letsels op handen en voeten (soms ook proximaal op ledematen)

  • Diagnose

    • serologie

  • R/

    • geneest spontaan in een paar weken

Herpes simplex

  • Grote groep DNA-virussen, omkapseld

    • HSV-I

      • orale herpes

      • sterk verspreid

      • overdracht door fysisch contact

    • HSV-II

      • genitale herpes

    • dermatotroop virus: sterke affiniteit voor ectodermale weefsels (huid, slijmvliezen, ogen, CZS)

    • primaire herpes: nog geen antilichamen (vb. kinderen)

    • secundaire herpes: reeds vroegere infectie doorgemaakt

  • Primaire herpes

    • kinderen tussen 6 maand en 4 jaar

      • <6 maand: passief beschermd door placentair overgedragen antistoffen

    • antilichamen maximaal in 3e week na besmetting

    • levenslang in lichaam aanwezig

      • voornamelijk in epitheelcellen van bovenste luchtwegen, mondslijmvlies

    • S/

      • 99% subklinisch (griepaal)

      • 1%

        • algemene symptomen: koorts, prikkelbaar, hoofdpijn, adenopathie

        • uitgebreide gingivostomatitis

          • ulceraties van lippen, wangmucosa, tong, palatum, farynx

          • grijze pseudomembranen

          • lippen: zwarte korstvorming ➞ doet blaarvormende afwijking vermoeden

            • bij de belangrijke blaarvormige afwijkingen krijgen patiënten heel vaak letsels aan de lippen met korstvorming omdat ze nauwelijks durven ademen + lippen niet bewegen ⇒ droogt uit ⇒ korsten

          • blaasjes die ulcera voorafgaan

          • gingiva is vuurrood, rand is geülcereerd

          • gingivitis gaat blaarvorming vooraf

          • ulcera genezen na 1-2 weken zonder litteken

        • verwikkelingen

          • conjunctivitis

          • keratoconjunctivitis

          • geassocieerde herpes genitalis

      • speciale vormen

        • herpetische meningo-encefalitis

        • herpetisch eczeem van Kaposi

          • bij voorafbestaand eczeem ⇒ diffuse vesiculaire huideruptie

    • histologie

      • vesicula (slechts kortstondig in de mond aanwezig)

      • kerninclusies = Lipschütz-lichaampjes

    • diagnose

      • virologie, serologie, histologie

      • uit blaasvocht, speeksel, lumbaalvocht, faeces, bloed, orgaanfragmenten

      • korte viremie: 48 uur

        • ⇒ materiaal vroegtijdig afnemen: tussen 1e-4e dag van de ziekte

      • serologie

        • antilichamen vanaf dag 5, maximaal na 3 weken

        • stijging titer: afname op dag 5 en dag 20 van de ziekte

    • behandeling

      • geen klaring van virus mogelijk

      • systemisch: voor ernstige infecties

      • gammaglobulines geen therapeutisch effect, wel profylactisch bij risicopatiënten

      • aciclovir, valaciclovir

        • duur en pijn is minder

        • beperkt voordeel

        • incidentie recidieven niet beïnvloed

      • goede mondhygiëne

      • spoeling met antiseptica met chloorhexidine

      • antibiotica enkel bij surinfectie

      • corticoïden: tegenaangewezen

      • huidinfecties

        • inerte poeders/antiseptica

        • aciclovir (Zovirax) actief tegen HSV I en II en VZV

        • lokale vorm (oogzalf) moeilijk toepasbaar in de mond

  • Secundaire herpes = recurrente herpes

    • na primo-infectie naar ganglia ➞ virus blijft latent aanwezig

    • bij verzwakking ➞ reactivatie met recidief

    • S/

      • tros vesiculae aan grens huid/lippenrood = herpes labialis (koortsblaas)

      • polycyclisch erosief letsel intra-oraal op vaste mucosa (palatum, gingiva) ➞ i.t.t. aften die op losse mucosa zitten

      • licht branderig gevoel

      • blaasjes van 1mm of minder, conflueren en barsten, etterig korstje

      • na 10 dagen spontane genezing zonder litteken

    • Herpes genitalis = secundaire infectie

    • ooginfectie: keratitis soms gevolgd door kerato-uveitis

      • boomtakvormig epitheeldefect van de cornea (keratitis dentritica)

      • indien geen behandeling bij ernstige uveitis ⇒ verlies van oog

    • R/

      • lokaal ontsmetten, aan de lucht laten opdrogen

      • Zovirax-crème: verkort evolutie

  • Herpangina

    • door Coxsackie A-virus

    • S/

      • zomerziekte, hoofdzakelijk kinderen

      • vaak onopgemerkt

      • kleine blaasjes op grens hard/week verhemelte + voorste gehemeltepijlers

      • gepaard met keelpijn, lichte koorts, hoofdpijn

      • geneest na enkele dagen

    • R/

      • geen

Erythema exsudativum multiforme (EEM) - syndroom van Stevens-Johnson

  • Etiologie & pathogenese

    • EEM = huidziekte, acute cutane vasculaire aandoening

    • uitlokkende factoren

      • medicatie (vb. sulfamiden)

      • infecties (voornamelijk herpes, CMV)

      • radiotherapie

      • maligne tumoren

      • vaak geen oorzaak te vinden = idiopathisch

    • pathogenese

      • niet goed gekend

      • type III (immuuncomplex gemedieerd), type IV (overgevoeligheid van vertraagd type)

  • S/

    • begin: kleine papulaire letsels op rugzijde handen/voeten

    • breiden uit naar proximaal

    • soms koorts, infectie bovenste luchtwegen, spierpijn, malaise

    • idiopathische vorm: zelflimiterend, geneest na 4-6 weken

    • recidief mogelijk gedurende jaren, voornamelijk in lente/herfst

    • veelheid van huid/mucosalaesies

      • bullae

      • maculae

      • erosies

      • papels

    • wielvormig letsel met verheven perifere rand, ingedrukte binnenste ring, centraal erythemateuze vlek/met vocht gevulde blaar (= irisletsel, schietschijfletsel)

    • blaren intra-oraal barsten snel met nalaten erosie + erytheem

    • korstvorming op boven/onderlip

  • Stevens-Johnson

    • ernstige variant

    • voornamelijk bij jonge personen, mannen

    • mucosaletsels op voorgrond

    • ganse mondslijmvlies met erythemateuze erosies

    • lippen bedekt met hemorrhagische exsudaten, zwarte korstvorming

    • erosies van tong, wangmucosa, farynx ⇒ eten moeizaam

    • aantasting andere mucosae

      • bulbaire, palpebrale conjunctiva

      • uitwendige genitalia (glans, vulva)

      • neusgaten

    • kan fataal zijn zonder R/

  • Histopathologie

    • blaarvorming tussen epiderm en derm

  • R/

    • lichte gevallen: antiseptisch + verzachtende mondspoeling

      • Corsodyl

      • Isobetadine

      • Kamillosan bij hevige pijn

      • antihistaminica, antipyretica

    • ernstige gevallen (Steven-Johnson)

      • hospitalisatie

      • corticoïden

      • water- elektrolytenbalans corrigeren

Syndroom van Reiter - reactieve artritis

  • Etiologie en voorkomen

    • onduidelijk: SOA of GI-infectie?

    • abnormale immuunreactie tegenover micro-organismen

      • Chlamydia

      • Campylobacter

      • Shigella

      • Mycoplasma

      • andere

    • mechanisme niet gekend

    • 75-95% HLA-B27 positief: genetische voorbeschikking

    • komt voor bij HIV-patiënten

    • bij mannen tussen 18-45 jaar

    • blanke huidtypes meer dan donkere

    • incidentie bij Amerikaanse militairen 4/100.000

  • S/

    • tetrade

      • artritis

        • voornamelijk onderste ledematen

      • uretritis

      • conjunctivitis

      • uveitis

      • mucocutane letsels

        • maculopapulaire laesies op genitaliën en elders

        • mucosa: gelijkend op aften maar minder pijnlijk

        • mondletsels bij 50%

  • R/

    • symptomatisch

      • anti-inflammatoir

      • fysiotherapie

      • tetracyclines bij uretritis

        • beïnvloeden niet evolutie van syndroom

Cheilitis angularis - perlèche

  • Diepe kloven aan de mondhoeken

  • Erosieve bodem

  • Bij oude prothesedragers met lage beethoogte

  • Kweek: Candida albicans

  • Soms vitamine B deficiëntie

  • R/

    • antimycotische zalf

    • beethoogte prothese aanpassen

Zona - herpes zoster

  • Causaal virus = windpokken = Varicella

  • Reactivatie van latent virus

  • Volgt verloop zenuwtraject (neurotroop virus)

  • Hoofdzakelijk volwassenen

  • S/

    • blaasjes lijken op herpes

      • strikt unilateraal volgens zenuwverloop

      • thoracaal volgens n. intercostalis

      • intra-oraal vb. via n. palatinus major

        • barsten snel, dan polycyclische erosies

      • voorhoofd

      • n. ophthalmicus ➞ keratitis (zona ophthalmica)

        • gelijkend op herpetische keratitis, maar meer ronde erosies (disciforme keratitis)

        • erg uitgesproken pijn + sterke zwelling van conjuctiva en ooglid

        • diepe interstitiële keratitis, iritis ⇒ blindheid

    • voorafgegaan door pijn

    • lichte koorts, malaise

  • R/

    • analgetica

    • corticoïden: omstreden

    • aciclovir (Zovirax)

      • lokaal: crème (lippen, huid), oogzalf

      • systemisch: tabletten, ampullen (IV)

Pemphigus vulgaris

  • Pemphigus vulgaris = blaarvormende dermatose

  • Vroeger fataal

  • Mucosaletsels gaan bij 50% huidletsels vooraf (vroege diagnose!)

  • Auto-immuunziekte

  • Immunofluorescentie tegen intercellulaire substantie

    • tegen desmogleïne 3 en/of 1

  • S/

    • orale bullae als grote blaren of gelatineuze plaques

    • barsten met pijnlijke erosie en erythemateuze vlekken

    • teken van Nikolsky

    • kortsvorming op de lippen

  • Histolopathologie

    • intradermale blaren (nog 1 rij epitheel boven de BM)

    • ontstekingsinfiltraat

    • moeilijke biopsie (intacte blaar en aanliggende intacte regio) en vers opsturen met verwittigen labo

    • immunofluorescentie: honingraat in epiderm

  • R/

    • hoge dosis corticoïden

Benigne slijmvlies pemphigoid - cicatricieel pemphigoid - parapemphigus

  • S/

    • vooral oudere leeftijd (vanaf 6e decade), vooral vrouwen (2:1 tot 5:1)

    • vooral aantasting slijmvliezen

    • mondmucosa, conjunctiva

      • 84-96% van de gevallen aantasting mondmucosa

      • 60% enkele aantasting mondmucosa o.v.v. desquamatieve gingivitis

      • 48-96% primaire aantasting van de mondmucosa

      • 52-81% van de gevallen aantasting conjunctiva

    • erosies op gingiva (desquamatieve gingivitis)

    • neiging tot littekenvorming ⇒ fibreuze banden in conjunctiva

    • niet dodelijk, slepend verloop

    • verwikkeling: entropion ⇒ blindheid

  • Histopathologie

    • subepitheliale blaar met veel ontsteking, fibrine

    • idealiter biopt van aanliggende niet-aangetaste regio, want daar zie je de immuundeposities best

    • antistoffen tegen basale membraan (IgG, C3)

    • lijnvormige tekening onderzijde epiderm

    • serologie: geen antilichamen aantoonbaar

  • R/

    • corticoïden en afbouwen tot nieuwe letsels optreden

    • indien enkel gingiva: lokale corticoÏden

Bulleus pemphigoid

  • Bij 1/3 mondletsels

  • Gelijke verspreiding mannen/vrouwen

  • Serologie: antilichamen tegen basale membraan bij 70%

  • Histologisch: idem als cicatrieel pemphigoid

Speciale vormen van gingivitis en parodontitis

Acute necrotiserende ulceratieve gingivitis (ANUG)

  • Syn: ulceromembraneuze gingivitis, gingivostomatitis van Vincent, trench mouth

  • Beperkt tot gingiva, soms ook wangslijmvlies, tong, gehemeltepijlers (gingivostomatitis)

  • Etiologie

    • geïsoleerd of endemisch

    • predisponerende factoren

      • hinderlijke plaag tijdens WOII = trench mouth (bij soldaten in de loopgraven)

      • experimenteel niet mogelijk geïnfecteerd materiaal te enten in gezonde mond

      • ontwikkelt in verwaarloosde mond (Schmutzgingivitis) of bij doorbreken WHT

    • algemene factoren

      • voedingsstoornissen: avitaminose C

      • emotionele factoren: stress

      • roken

    • Bacteriologie: mengflora, voornamelijk fusiforme bacillen, spirocheten (Borrelia vincentii) en saprofyten

  • S/

    • op elke leeftijd, meest frequent bij jongvolwassenen

    • start bij 1-2 interdentale papillen

      • necrotische ulceratie op punt ⇒ necroseert ⇒ papil splitst in linguaal & vestibulair deel + krater tussenin

    • na paar dagen: geülcereerde gingiva met grijze pseudomembranen

      • fibrine, rode & witte bloedcellen, necrotisch weefsel, bacteriën

      • kan niet afgepeld worden

      • onder beslag: scherp afgelijnd erytheem

    • start beperkt en breidt snel uit over ganse gingiva rand

    • eten is lastig door pijn + snel bloedend

    • foetor ex ore + overvloedig speeksel

    • algemene S/

      • malaise

      • koorts

      • submandibulaire adenitis

  • DDx

    • primaire herpetische gingivostomatitis:

      • voornamelijk kinderen

      • niet t.h.v. papillen

      • geen hoge koorts

    • acute leukemie

      • meestal niet beperkt tot gingivarand

      • meer algemene symptomen dan bij ANUG

      • bij twijfel: hematologisch onderzoek

  • R/

    • lokaal

      • grondige scaling

      • mondspoeling: zuurstofwater 2% + 0,2% CHX (Hibident)

      • zachte massage tandvleesrand met wattenprop in zuurstofwater/CHX-oplossing

      • asap tanden poetsen tot tegen gingivarand met zachte tandenborstel

      • rookverbod

      • evenwichtige halfvloeibare voeding, veel vitamines

      • optimale algemene conditie herstellen

    • ernstige vormen

      • antibiotica per os/parenteraal

        • penicillines

        • tetracyclines

        • metronidazole (Flagyl) = eerste keus gezien werking tegen spirocheten, 250 mg 3x/dag

    • na acute periode

      • eventueel chirurgie tegen recidief

        • plaque-retentieve pockets elimineren

        • verwijderen WHT

  • Prognose/verloop

    • indien goede compliance: na 1 week

    • regressie tandvlees/papillen = irreversibel

      • dan vaak frequent recidief

Juveniele parodontitis

  • Voornamelijk tussen 11-13 jaar, iets frequenter bij meisjes

  • Hereditaire neiging

  • S/

    • vlug evoluerende loslating PDL + botafbraak

    • ondanks diepe pockets, blijft gingiva kleur en uitzicht behouden

    • begint vaak in front en M1, dan uitbreiding over gans gebit

    • bacteriologie: geringe flora, lokale mondhygiëne vaak erg goed

  • Pathogenese

    • geen consensus

    • neutrofielen hebben lager fagocyterend vermogen

      • verminderde chemotaxie in perifeer bloed op stimuli

    • Aggregatibacter actinomycetemconcomitans verlaagt leefbaarheid & functie neutrofielen

    • AA is gestegen (i.t.t. volwassen parodontitis!)

  • R/

    • nauwgezette plaque-controle kan evolutie stoppen

    • recidief frequent bij verslappen mondhygiëne

Ziekte van Papillon-Lefevre

  • Zeer zeldzaam heriditair

  • Hyperkeratose van handpalmen, voetzolen, gingiva

  • Evolutieve parodontitis

    • veel gelijkenissen met juveniele parodontitis

Andere vormen van gingivitis en parodontitis

  • Occlusaal trauma

    • veroorzaakt botafbraak

    • indien geen plaque: reversibel

  • Mondademhaling

    • hyperplastische gingiva in bovenfront

  • Algemene factoren

    • diabetes

    • zwangerschap

Last updated