Congenitale chirurgie & syndromen

Indeling

  • Classificatie volgens timing insult

    • Malformaties

      • Morfologisch defect orgaan, deel orgaan, lichaamsdeel

      • Door intrinsiek abnormaal ontwikkelingsproces

    • Disruptie

      • Morfologisch defect orgaan, deel orgaan, lichaamsdeel

      • Door extrensieke storing (vasculair, infectieus, mechanisch)

    • Deformatie

      • Abnormale vorm of positie lichaamsdeel

      • Extrinsieke mechanische krachtinwerking

  • Classificatie op basis van histologische verandering

    • Hypo/hyperplasie

      • Onder- of overontwikkeling organisme, orgaan, weefsel

      • Door wijziging aantal cellen

    • Hypotrofie/hypertrofie

      • Afname/toename grootte of volume cellen, weefsel, orgaan

    • Agenesie

      • Afwezigheid deel lichaam

      • Door afwezigheid aanleg

    • Aplasie

      • Afwezigheid deel lichaam

      • Door gefaalde ontwikkeling van de aanleg

    • Atrofie

      • Afname normaal ontwikkelde massa

      • Door vermindering celaantal of celvolume

    • Dysplasie

      • Abnormale organisatie van cellen in weefsel

      • Daarvan het morfologisch resultaat

  • Klinische classificatie van geboortedefecten

    • Enkelvoudig systeemdefect

      • Grootste groep van geboortafwijkingen

      • Ofwel één orgaansysteem

      • Ofwel één enkele regio

      • multifactoriële oorzaak met beperkt herhalingsrisico

      • vb

        • schisis, congenitale hartafwijking

    • Syndroom

      • Patroon van meerdere afwijkingen

      • Die pathogenetisch verwant zijn

      • Géén enkelvoudige sequentie of polytopisch veldeffect

      • Vb. Van der Woude

    • Associatie

      • Niet op toeval berustend voorkomen in 2 of meer individuen van meerdere afwijkingen

      • Die niet gekend staan als polytopisch velddefect, sequentie of syndroom (CHARGE, VACTERL)

    • Sequentie

      • Patroon of cascade van meerdere afwijkingen

      • terug te brengen tot één primair defect

      • vb. Pierre-Robin

    • Polytopisch veld defect/complex

      • Patroon van afwijkingen

      • Ontstaan door verstoring enkelvoudig ontwikkelingsveld

      • = set van morfologische defecten die tijdens embryogenese één regio aantasten

      • Vb. Hemifaciale microsomie

  • Classificatie op basis van medische consequenties

    • Majeure malformaties

      • Als levensverwachting erdoor beperkt wordt

      • OF als normaal functioneren belemmerd wordt in meerdere of mindere mate

      • Soms moeilijk onderscheid tussen mineur en majeur

    • Mineure malformaties

      • Structurele afwijkingen die ofwel geen behandeling nodig hebben ofwel makkelijk behandelbaar zijn

      • En geen blijvende consequenties hebben voor levensverwachting

      • Geïsoleerde mineure malformaties hebben soms familiaal voorkomen

      • BELANG: kunnen wijzen op onderliggende majeure malformatie

        • Hoe groter het aantal mineure, hoe groter de kans op een majeure

        • Kind met 3 of meer mineure malformaties -> 20-90% kans op een majeure

        • Kind met 1 mineure à 3-4% kans op majeure

  • Etiologische classificatie

    • Chromosoom

      • Chromosoomafwijkingen

      • Vb. Trisomie

    • Microdeletie

      • Submicroscopische chromosoomafwijking

      • Miv microdeleties

      • Vb. DiGeorge, Prader Willi

    • Teratogenen

      • Gekende teratogenen en prenatale infecties

    • Nieuw dominant

      • Achondroplasie

      • Apert

    • Familiaal

      • Tuberueze sclerose

      • Fragiel X

    • Syndroom

      • Erkende niet familiale, niet chromosomale syndromen

      • Kabuki

    • Geïsoleerde

      • Geïsoleerde anomalieën die niet thuis horen in voorgaande categorie, gastroschisis, geïsoleerde lipspleet

    • Multipele

      • Anomalieën aan meer dan één systeem die niet met elkaar in verband staan zonder unificerende diagnose

      • Vb. VACTERL

Gebruikte indeling in UZ Leuven

  • Wij gebruiken Frans-Nederlandse school van Prof Stricker en Van der Meulen

  • Voordelen

    • Zeer MKA chirurgisch ingesteld (beiden craniomaxillofaciaal chirurgen)

  • Nadeel

    • Syndromen, associatie en sequenties moeilijker hier in te passen

    • Hiervoor is de classificatie van geboortedefecten beter

  • Indeling is sterk beïnvloed door chronologie

    • Fase 1: organisatie

      • Histogenese: eerste twee weken

      • Organogenese: w2 tot w8

        • Fusieprocessen

        • vormveranderingen

    • Fase 2: ossificatie

      • Tot de geboorte

    • Fase 3: adaptatie

      • Eenmaal bot gevormd is

  • Deze drie fasen qua pathologie in twee hoofdstukken onderbrengen

    • Groep 1: Alles voor histogenese (tot w2 dus)

    • Groep 2: Organogenese en groei na w2

      • Subgroepen

        • craniofaciale afwijkingen

          • Clefting tussen faciale welvingen voor w8 (schisis)

          • Voornamelijk trimester 1

          • 1/700

        • Dysostose ossificatiecentra na w8 (dysplasie)

          • Voornamelijk trimester 2

          • 1/2500

        • Synostose is desmocranium (synostose)

          • Voornamelijk trimester 3

          • 1/3000

        • Cerebrocraniale afwijkingen

        • Cerebrocraniofaciale dysplasie

        • Cervicale dysplasie

Andere indelingen

  • Neurocristopathieën

    • Gevolg van verstorode migratie, groei en differentiatie van cellen uit neurale lijst

    • Geeft verschillende syndromen

      • CHARGE

      • Waardenburg

      • Treacher Collins

      • Auriculo-condylar syndroom

  • Binding aan X-chromosoom

    • Craniofaciale syndromen met X-gebonden overerving

    • Orofacio-digital syndroom type 1

    • Focale dermale hypolasie

    • Lowe syndroom

  • Fakomatose

    • Neurocutane aandoeningen

    • Hoofdkenmerk

      • Afwijking huid en centraal/perifeer zenuwstelsel

    • Vroeger 3 aandoeningen

      • Tubereuze sclerose

      • Neurofibromatose

      • Von Hippel Landau

    • Nu > 50 aandoeningen

Cerebrocraniale afwijkingen

  • Dysplasie waarbij hersenen en neurocranium betrokken is

    • Vb. anencefalie, microcefalie, congenitaal schedeldefect, sluitingsdefect neurale buis

  • Volledig sluitingsdefect neurale buis

    • Craniorachischisis

  • Gedeeltelijk sluitingsdefect

    • Caudaal

      • Spina bifida aperta

      • Meningocele (enkel vliezen)

      • Meningomyelocele (vliezen + ruggenmerg)

    • Rostraal

      • Zz’er dan caudaal

      • Cranium bifidum apertum -> hersenen niet of partieel tot ontwikkeling + neurocranium niet gevormd

        • Anencephalia totalis: niet met leven verenigbaar

        • Anenchephalia partialis

        • Exencephalia

      • In alle gevallen zijn de ogen normaal ontwikkeld

  • Gebruik van FZ tijden periconceptieperiode 4w en 8w na conceptie voorkomt 70% van deze defecten

Fusiestoornissen en schisis

Primaire aangezichtsspleten

  • Ontstaan voor de zevende week in utero

  • = lip-, kaak- en verhemeltespleten

    • Latero-nasomaxillaire spleet (naso-oculair)

    • Medio-nasomaxillaire spleet (cheiloschisis – prepalatinale spleet)

    • Intermaxillaire spleet (palatoschisis)

    • Maxillomandibulaire spleet (macrostomie-microstomie)

Secundaire aangezichtsspleten

  • Ontstaan na zevende week in utero

    • Zeer zeldzaam: 1:150 000 geboorten

    • Niet erfelijk

  • Van mond tot voorhoofd

    • Volgens vast patroon van embryonale fusielijnen

    • Betrokkenheid van mond, neus, ogen en oren -> abnormale ontwikkeling

    • Van gering tot ernstig

  • Ogen

    • Spleet in ooglid = coloboom

    • Traankanaal probleem

    • Oog onderontwikkeld (microphtalmus)

    • Oog afwezig (anophtalmus)

    • Onderontwikkeling orbita tot teleorbitisme

  • Neus

    • Aplasie tot spleetvorming tot dubbele aanleg

  • Lip

    • Secundaire spleet vaak op andere plaats dan primaire lipspleet (klassieke cheiloschisis)

Lip-, Kaak- en Gehemeltespleten

Pathogenese

  • Embryologische fusie van processie

  • Deze fusie is verhinderd bij schisis door

    • Onvoldoende uitgroei aangezichtswervingen

    • Onvoldoende adhesie welvingen -> deficiënte epitheelplaatvorming

    • Persisteren epitheliale plaat (geen apoptose)

Embryologie

  • Primair vs secundaire palatumspleten

  • Primair

    • Voor regio van foramen incisivum = alveolaire kaakregio + voorste deel palatum durum

    • Sluit van achter naar voor in week 6 en 7 van ontwikkeling

    • Als laatste sluit de lip (meest anterieur)

    • ° lip en kaakpleet

      • Door gebrek aan merging van processi fronto-nasalis medialis en lateralis in w4-w7

      • Misvorming beperkt tot primaire palatum

  • Secundair

    • Achter foramen incisivum = achterste deel palatum durum + palatum molle

    • Sluit van voor naar achter tussen w8-w12

    • Als laatste sluit de uvula

    • °palatumspleet

      • Indien processi palatini niet sluiten tussen w7-w14

  • Extra info

    • Uit knaagdierstudies: rechter palatinale blad bereik eerst middellijn à links blijft altijd wat meer vatbaar voor problemen

    • Ingroei mesenchym gedeeltelijk à ° submuceuze spleet

    • Bifide uvula à soort schisis (cave velofaryngeale insuf + Loeys Dietz syndrome)

Erfelijkheid

  • Anamnese

    • 75% heeft geen familie met zelfde afwijking

    • Indien toch familiaal voorkomen: erfpatroon is polygenetisch met wisselende penetrantie

  • Belang genetica

    • Heeft belangrijke rol bij ontstaan

    • Echter veel vraagtekens over juiste genetisch patroon

    • Lipspleten (+andere spleten associatie) en geïsoleerde gehemeltespleet zijn twee verschillende ziekten met aparte genetica!!

    • Risico op schisis neemt toe als familielid schisis heeft

    • Welke frequentie van schisis kan verklaard worden vanuit gekende factoren?

      • 3% FGF (fibroblast growth factor)

      • 2% MSX1 (muscle segment homeobox 1)

      • 4% maternal cigarette smoking

      • 6% many private mutations in candidate genes

      • 12% IRF6 (interferon regulatory factor 6)

  • Rol van genen bij ontwikkeling CLP

    • Beide ouders niet aangetast + 1 kind al met schisis = 2-5% kans op volgend kind met schisis

    • Kans wordt 9% als er al 2 kinderen zijn

    • 1 aangetaste ouder + 1 aangetast kind -> kans op herhaling 14%

Prenatale diagnostiek

  • Gouden standaard = prenatale echo

    • 3 echo’s terugbetaald door riziv tijdens zwangerschap (1/trimester)

      • 1: 11-13de week

      • 2: 18-22ste week: Dit is de 20w anomaliescan

      • 3: 30-34e w

    • Blijft moeilijk met lage detectieratio

    • Toekomst -> MRI?

  • Lipspleet

    • Ten vroegste vanaf 15w in theorie via echo

    • Echter soms over hoofd gezien

    • Ideaal: 12w transvaginale echo door expert

  • Verhemeltespleet

    • Detectie op 20w scan:

      • 54-80% in Nederland

      • Stijgt naar 76-82 indien bijkomende malformatie (aandacht stijgt)

    • Heel onderzoekersafhankelijk

Etiologie

  • Erfelijk patroon dat deformatie veroorzaakt OF exogene factoren OF combo

  • Erfelijke factoren

    • Met begeleidende afwijkingen heeft =/= dan zonder

    • LKG Vooral bij mannen, vooral polygeen

    • Gehemeltespleet vooral bij vrouwen, vooral dominant met wisselende penetrantie

    • Enkele specifieke syndromen

      • Spleet als majeur kenmerk

      • Autosomaal dominant

      • Vb. Van der Woude

  • Exogene factoren

    • 3/5 van LKG en 4/5 van de G schisis is de familiale anamnese negatief

    • Mutaties of exogene factoren in eerste trimester zijn dan de oorzaak

    • Voorbeelden

      • Hoge leeftijd ouders (significant)

      • Medicatie: thalidomide, fenytoïne, valproaat, topiramaat, methotrexaat

      • FZ tekort

      • Roken, alcohol

      • Virale infecties

      • Radiotherapie

      • Obesitas

Incidentie

  • 2/1000 LKG

  • 1/2000-2500 voor geïsoleerde gehemeltespleet

  • Echter heden nog lager gezien vroegtijdige echografische diangose -> abortus

  • Schisis blijft de 2de van de tien meest voorkomende aangeboren majeure misvormingen

Prevalentie

  • LKG spleet

    • Laagst bij Afro-amerikanen, hoogst bij Amerikaanse indianen (20,5/10 000)

    • Intermediair in andere groepen

  • Isoleerde G

    • Prevalentie constant over rassen

Soorten schisis

  • Primaire schisis

    • Ten gevolgen van uitblijven van fusie = transformatiestoornis

  • Secundaire schisis

    • Ten gevolge van dysplasie = differentatiestoornis

    • Denk bij afwezigheid van mediane gelaatststructuur altijd aan cerebro-cranio-faciale dysplasie!

  • Geassocieerde afwijkingen

    • Altijd actief gaan opsporen

    • Cardiologische, urologische en extremiteitsabnormaliteiten + soms met chromosomale afwijking = syndromale schisis

    • Leuven

      • 30% van de LKG heeft bijkomende stoornis ander orgaansysteem

      • 22% heeft naast schisis andere afwijking in HH regio

    • 300 syndromen hebben schisis

    • Geïsoleerde palatoschsis heeft in 50% associatie met bijkomende aangeboren afwijking

    • Volledige LKG heeft MINSTE associatie met bijkomende afwijking

  • Vb van syndromen

    • 22q11 deletie syndroom

    • Oro-auriculo vertebrala spectrum

    • Orofaciodigital syndroom

    • Pierre Robin

    • Vaak + micrognathie onderkaak + glossoptosis + palatoschisis à OSAS

    • Apert

    • Stickler

    • Treacher Collins

    • Ectodermale dysplasie

    • Van der Woude

  • Unilat of bilat

    • Unilateraal in 80%

    • Bilateraal in 20%

    • Meestal links

    • Partieel vs compleet

Anatomische defecten

  • Afhankelijk wanneer probleem ontstaat

    • W7-w14: secundair verhemelte: palatum

    • W4-w7: primair verhemelte: lip en premaxilla

  • Cheiloschisis

    • Laterale zijde filtrum

    • Volledig

      • Neusvleugel afgevlakt en naar lateraal

    • Lichte vorm

      • Inkerving lip en proc alveolaris

    • Subcutaan

      • Huid intact maar spier gespleten

  • Cheilognathoschisis

    • Defect tot foramen incisivum

    • Resterend deel hard en zacht verhemelte zijn intact

    • Beperkt tot primair verhemelte

  • Cheilognathopalatoschisis

    • Meest frequente vorm

    • Lip, zijdelijngs premaxilla en verder in hard verhemelte mediaal naast septum en zo verder in week verhemelte op middellijn

    • Unilateraal (80%)

      • Septum met hard verhemelte van gezonde zijde vergroeid

    • Bilateraal (20%)

      • Septum en premaxilla geen verbinding met proc. Palatinus

      • Premaxilla ver naar voor en zeer beweeglijk = hazenlip

    • Neiging tot tuba catarre = tubadysfunctie

    • Neiging tot Simonart’s band: huidbrug bij neusopening à vaker bij lip-kaakspleten dan bij volledige LKG spleten

  • Geïsoleerde palatoschisis

    • Meer bij meisjes (itt tot rest meer bij jongens)

    • Volledig tot ….

      • Volledig: Dorsaal van premaxilla en gaat tot uvula

        • Geen vergroeiing van septum met palatum

      • Vele tussenvormen van volledig tot uvula bifida tot submuceuze spleet

  • Submucosale spleet

    • Alleen schisis van palatale musculatuur

    • Nasale en orale mucosa intact

    • Inspectie bij fonatie

      • Twee strengen in palatum molle naar spina nasalis

      • Oorzaak van velofaryngeale insufficiëntie en nasale spraak (vaak pas diagnose in 4de– 5de levensjaar

    • Vaak bifide uvula, zona pellucida (blauwe schijn middellijn palatum molle) en inkeping achterrand harde verhemelte = Calnan’s Triade

  • Bifide uvula

    • Frequent 1/100 personen

    • Meestal volstrekt goedaardig maar kan uiting zijn van:

      • Submucosale spleet

      • Genetisch syndroom

Symptomen

  • Problemen met

    • Esthetiek

    • Voeding en slikfunctie

    • Gehoor en spraak

    • Tandenstand en kaakrelatie

    • Psychologisch welbevinden

    • Overdraagbaarheid

  • Effect van spleet

    • Spleet bovenlip en bodem neusopening -> ° discontinuïteit m. orbicularis oris à afwijkende spierafwijking à aantasting huid, kraakbeen, bot à problemen met groei

  • Enkelzijdige LKG spleet

    • Asymmetrische afwijkingen

    • Onderbreking m. orbicularis oris à afwijking lip en neusvleugen + bot en kraakbeen verplaatst door asymmetrische spiertractie

    • Neus is uit- en inwendig vervormd

    • Neusvleugel en septum -> chronische rhinitis + gesloten neusspraak

  • Dubbelzijdige LKG-spleet

    • Ongeremde ontwikkeling vomero-premaxillaire complex in anterocaudale richting

    • Laterale maxilla segmenten hebben geen normale groeistimulus = hypoplasie transversaal, sagittaal en verticaal van maxilla

  • Bovenkaaksontwikkeling

    • Cfr supra = hypoplasie in drie dimensies

    • Littekenweefsel en trauma door operaties -> nog meer belemmering

  • Middengelaat

    • Dished in face

    • Pseudoprognatie van onderkaak

    • Boventandenboog volledig of deels achter en binnen ondertandenboog

    • Verlittekende en hypertrofische onderlip è onderlip heeft compensatoire functionele hypertrofie (° omgekeerde liptrap)

  • Tandaanleg-afwijkingen

    • De regel in de schisisregio

    • Spectrum: surnummerairen, malformaties, geminaties

    • Alveolaire spleet: geen bot voor melk en blijvende tanden

      • Hoektand, laterale snijtand en melkmolaren en premolaren nemen ectopische positie in

    • Afwijkend occlusievlak

    • Verticale onderontwikkeling van het middengelaat

  • Afunctioneel palatum molle

    • Ontoereikende faryngeale sfincterfunctie = °velofaryngeale incompetentie

    • Nasal escape met open neusspraak -> verminderde verstaanbaarheid

    • Diagnose

      • Orale inspectie

      • Akoestische nasometrie

      • Spiegelproef

      • Endoscopie of fluoroscopie

    • Gewijzigde mobiliteit farynxwand

      • Frequente otitis media serosa

      • Door dysfunctie buis van Eustachius

      • Verminderd gehoor

      • -> gestoorde spraak en taalontwikkeling

  • Nasale regurgitatie

  • Minimale expressie van schisis onder vorm van

    • Solitaire globulo-maxillaire cyste of vormafwijkingen anterieure boventanden

    • Lijnvormige depressie bovenlip al dan niet met spierprobleem

    • Submucosale palatumspleet -> spraak en slikproblemen

Gelaatsgroei

Wat bepaalt groei?

  • Intrinsieke factoren

  • Functionele factoren

  • Iatrogene factoren

Intrinsieke factoren

  • Onvoldoende stuwing vanuit mesodermale structuren

  • Onderontwikkeling processi

Functionele factoren

  • Gespleten m. orbicularis oris met abnormale insertie

    • Deviatie middellijn bovenkaak, septum, spina nasalis naar niet-gespleten zijde

    • Divergente tractie aan columella mediaan en neusvleugel lateraal

  • Afwijkende tongpositie

    • Spleet zo breed gehouden

  • Deviatie neusseptum

  • Palatoschsis -> Andere inplanting tensor veli palatini à dysfunctie tuba

    • Slechte aeriatie middenoor -> frequente otitis media = gehoorpobleem -> schoolresultaatprobleem

Iatrogene factoren

  • Niet-geopereerde volwassen hebben normale sagittale positie maxilla

    • Dit is GEEN argument om niet te opereren

    • Bij 60% van patiënten spraakprobleem en hoorprobleem

  • Geopereerde patiënt = maxilla hypoplasie in 3 dimensies

    • Lipsluiting

      • Gunstig effect op vorm bovenkaak

      • Geen nadeling invloed gelaats of dentoaveolaire groei

    • Sluiting palatum

      • Gunstig effect op nasale klanken

      • Nadelig effect op boogvorm (tansversaal)

    • BIG

      • Indien te jong (3-4j) -> verticale onderontwikkeling en lichte sagittale onderontwikkeling

      • Indien op 9-10j -> geen nadelige invloed meer

    • Farynxplastiek

      • Voordeel: oplossen velo-faryngeale insuff

      • Nadeel: OSAS in 10%

Therapie

Doel van therapie

  • Uiterlijk dat zo weinig mogelijk herinnert aan de afwijking

  • Goed functionerend gebit en spraak

  • Goede verhouding boven-onderkaak/tanden

  • Voorkomen en evt. corrigeren van gehoorsverlies

  • Evenwichtige psychische ontwikkeling

Schisisteam

  • Samenstelling (multidisciplinair)

    • Kaakchirurg

    • KNO

    • Plastisch chirurg

    • Pediater

    • Klinisch geneticus

    • Logopedie

    • Dermatograaf

    • Maatschappelijk werker

    • Mondhygiënist

    • Orthodontist

    • Tandarts

    • Protheticus

    • Psycholoog

    • Sociaal verpleegkundige

Behandeling volgens protocol

  • Hier kan wel van afgeweken worden. Protocol op maat van de patiënt in overleg tussen disciplines

  • 3m-9m-12m-15m-18m-2j-4j-6j-9j-12j-15j-18j

  • Technische onderzoeken

    • Klinische en RX foto’s

    • Gipsmodellen

    • Auditieve en optische onderzoeken

    • Betrouwbaar administratief apparaat!!

Primaire behandeling

  • Inleiding

    • Er zijn verschillende technieken, chirurgen en timing -> geen eensluitend protocol over alle centra

    • Is de methode goed? Pas 15j na datum te beoordelen

      • Kaken en aangezicht volgroeid

      • Groei soms nadeliger beïnvloed door iatrogene schade van opereren dan door misvorming zelf

      • Operatieve ingrepen resulteren altijd in litteken -> groeibelemmerend è minimaliseren van heelkunde en indien mogelijk tot na groeispurt MAAR 4 uitzonderingen

        • Sluiting lip is obligaat

        • Sluiting zacht verhemelte is obligaat

        • R/ velofaryngeale insufficiëntie is op indicatie

        • BIG op +-9j is obligaat

  • Sluiten lip

    • Tijdstip

      • Unilat: op 3m

      • Bilat op 3m en 6m

    • Voorafgaande therapie?

      • Doel: alveolaire bogen beter op elkaar richten

      • Orthodontisch plaatje volgens McNeil

      • Lipadhesieprocedure

    • Technieken

      • Oudste: Veau -> recht litteken maar te korte lip

      • Oplossing à Z-plasties

        • Le Mesurier, Tennison, Tennison-Randall

        • Millard + modificaties

        • Bilateral: Manchester

      • Leercurve van chirurg is bepalende factor, niet techniek

    • Anatomie

      • Continuïteit m. orbicularis oris herstellen

      • Lateraal uitgeweken neusvleugen en laterale lip naar mediaal invoegen

      • Doel -> symmetrie herstellen met goede functie (belang reconstructie m. orbicularis)

  • Sluiten palatum molle

    • Doel = afsluiten naso- en orofarynx

    • Zo geen regurgitatie langs neus

    • Zo betere spraak

      • Belang van behouden beweeglijkheid

    • Anatomie

      • Belang van welving passavant te houden bij sluiten

      • Afsluiten door twee spierbogen

        • Concaviteit craniaalwaarts (m. levator veli palatini

        • Concaviteit caudaalwaarts (m. palatopharyngeus

        • Krachtvector in beide richtingen)

        • Resultaat: vector brengt verhemelte naar boven en achter

    • Velumplastiek = sluiten palatum molle

      • 9-12m

      • Voor inprenting spraakmotoriek è zo articulatoire dyspraxie vermijden

      • Palatum durum blijft open!!!

        • Zo geen groeibelemmering in bovenkaak

      • Technieken

        • Widmaier, kriens, Furlow

      • Vaak in combo met buisjes plaatsen

    • Quid combo met sluiten palatum durum?

      • Veel discussie

      • Sommigen samen

      • Sommigen op 18m

      • Sommigen samen met lip

      • Sommigen samen met big

      • Technieken voor gezamenlijk sluiten

        • Von Langebeck, Veau-Wardill-Kilner pushback, Furlow dubbele Z-plastie.

        • Variatie maar intrinsieke spiermobilisatie is gelijk = intravelaire veloplastiek -> palatinale spieren in de mediaallijn gesloten en naar posterieur gebracht

      • Resulaten

        • Spraakontwikkeling als outcome

          • Furlow is meest optimale techniek

          • Minder velofaryngeale insufficiëntie

          • Echter meer fistels bij Furlow groep, zeker indien palataal defect >1cm breed

  • Sluiten palatum durum

    • Indien bij sluiting gehemelte enkel molle wordt gedaan à bijkomende ingreep nodig voor BIG

    • Heel veel discussie in literatuur wat je nu best doet

    • Varieert van sluiting op 3M tot sluiting op 12j

  • Farynxplastiek

    • Op indicatie tussen 3-6J

    • Ter behandeling van velofaryngeale insufficiëntie indien spraaktherapie faalt

    • Techniek

      • Orticochea (dynamisch sfincter herstel)

      • San Venero Roselli (superior gesteelde farynxachterwand plastiek)

  • Osteoplastie

    • BIG = bot in gnatho = Herstellen benige continuïteit thv processus alveolaris

    • Kan bij primair sluiten van de lip of op latere leeftijd

    • Timing

      • Niet meer primair -> groei problemen

      • Secundair à beter resultaat

        • 8-12j cfr. Doorbraak hoektand

        • Tijdstip baseren op positie en stadium wortelformatie hoektand aan schisiszijde (1/2 en 2/3 wortelvorming)

    • Donorplaats

      • Heupkam, rib of kinbot

      • Kinbot lijkt het best maar vaak te veel bot nodig

    • 3 interventies

      • Verwijderen melkelementen

      • Bottransplantaat

      • Bonding hoektand/snijtand voor doorbraakbegeleiding door orthodontist

  • Tonglap

    • Heel rijke geschiedenis in reconstructie defecten in de mondolte

    • Indicatie

      • Uitkomst waar geen geschikte alternatieve reconstructie voorhanden bij middelgroot defect

      • Schsis: herhaalde pogingen tot spleetsluiting

      • Omgevende palatumweefsel is ischemisch, verlittekend en onregelmatig

    • Techniek

      • Anterieur mediaan gesteelde tonglap

      • Al dan niet met nasaal blad

      • Minstens 5mm dik, en 5cm lang

      • Max 2/3 van tongbreedte en basis van 2-3cm

      • Steel na 25 dagen onder lokale doornemen

        • Dan intuberen

        • Tonglapsteel terugplaatsen en bijwerken

      • Correcties palataal mogelijk vanaf 6m

    • Groot voordeel

      • Werkt in ischemische gebieden!! Brengt goede vascularisatie mee

      • Omtrek van tong zal verminderen maar geen problemen met mobiliteit, spreken, slikken en smaak

    • Nadeel

      • Steel moet 2-3w blijven

      • Spreekverbod en vloeibare voeding

  • Kaakchirurgische correctie

    • Timing

      • 15-19j

    • Indicatie

      • Pseudoprogeen uiterlijk

      • Omgekeerde beetrelatie met infra-occlusie

    • R/

      • Le Fort 1 osteotomie

      • Of segmentosteotomie

      • Zz met bsso bij

        • Indien maxilla te ver naar voor zou moeten -> velopharygeale insuf

  • Overige

    • Neusseptum en rhinoplastie

    • Halithose (maxillaire sinusitis met postnasal drip)

    • Osas

    • Secundaire correcties

    • Litteken camouflage

    • Esthetische thk

    • Implantaten

    • Erfelijkheidsadvies

  • Sluiten palatum is belangrijkste

    • Spraak en articulatie

    • Gehoor

    • Ontwikkeling maxilla

    • Invloed uiterlijk door maxillaire onderontwikkeling

    • Invloed van deze factoren op zelfbeeld patiënten

Interdisciplinaire samenwerking

Voedingsadvies

  • Kort na de geboorte essentieel

  • Teaching aan ouders

  • Rekening met type voeding (borst of niet)

  • Kwaliteitsparameters

    • Groei en lengte kind

    • Luchthappen

    • Verslikken

    • Nasale regurgitatie

    • Flow intake

    • Voedingstijd

Gehoor -> goede spraak

  • Gevaar: recidiverende oorontstekingen

  • Buis van Eustachius

    • Normaal gesloten

    • Enkel open bij slikken en geeuwen door tractie m. tensor en levator veli palatini

    • Zo luchtdruk middenoor en nasofarynx gelijk brengen

    • Schisis

      • Geen m. tensor en levator in normale positie

      • Geen opening tuba

      • Sereuze otitis -> geleidingsdoofheid

      • R/ diabolo in trommelvlies

  • Detectie

    • Audiometrisch onderzoek

    • Beter: impedantiemetrie

Neusseptum

  • Deviatie -> oorzaak slechte neusfunctie

    • sinus maxillaripatholgoie

    • scheefstand neus

  • Adenoïden dragen bij tot sinusprobleem

    • Adenoidecotmie -> kan open neusspraak geven

Tonsillen

  • Amygdalectomie overwegen bij chronische recidiverende angina’s

  • Cave beschadiging m. palatoglossus en palatopharyngeus

Spraakontwikkleing

  • Goed volgen na sluiten verhemelte

  • Functies: spraak, zingen, slikken, kauwen, blazen

  • Belangrijkste sociaal -> spraak

  • Naast goed functionerend gehemelte is perfect gehoor esssentieel

  • Spraakstoornissen à tweeërlei aard:

    • Resonantiestoornis

      • Hypernasaliteit = velum kan niet maximaal sluiten

      • Probleem bij explosieve medeklinkers (p,b,t,d,k)

    • Articulatiestoornis

      • Samenspel van lippen, tong, week gehemelte, gehemeltegewelf en tandenboog

      • Meest storend bij palatoschisis

      • Compensatoir mechanisme om toch afsluiting te krijgen = glottisslag

      • Tongbasis naar achter verplaatsen

Belang van logopedie

  • Onderzoek

    • Functie van gehemelte (nasaliteit)

      • Explosieve woorden in zinnen (potteke)

      • Metalen plaat onder neus houden -> ontsnapte lucht detecteren

      • OF fluoroscopie na aanbrengen hydrast op gehemelte (nadeel -> maar één dimensie)

    • Nasofaryngoscopie

      • Belang van beoordelen zijwaartse beweging farynxwand voor prognose faryngoplastiek

  • Indien logopedische oefeningen geen verbetering van de nasaliteit brengen -> faryngoplastiek

    • Technieken

      • Schönborg-Rosenthal OF Sanvenero-Rosselli

      • Beiden à gesteelde farynxlap ingedraaid in het gehemelte

      • Best op leeftijd van 7j

      • Anders verkeerde compensatiemechanismen te diep ingeworteld

Bijkomende ingrepen

  • Lippenrood in het midden bovenlip corrigeren = Kapetansky-Juri verschuivingsplastiek

  • Te korte bovenlip: Abbé-lap

  • Fistels in palatum: gesteelde tonglap – buccale mucosale transpositieflap (a. facialis)

Orthodontische behandeling

  • Tand- en kaakbeenanomalieën veroorzaakt door

    • Primaire misvorming

    • Fibreuze retractie door heelkunde

  • Typisch

    • Asymmetrische verplaatsing processi alveolares

    • Kleinste segment naar binnen met eerste molaar als rotatiepunt

    • ° kruisbeet thv hoektand

    • Rotaties, kipping en dysplasie van tanden nabij de spleet

  • Doel:

    • Expansie bovenkaak

    • Voorzichtig: geen scheur in palatinale littekens

    • Lange behandeling met vaak nood tot prothese OF secundaire osteoplastiek

Cariësverzorging

  • Soms indruk dat schisispatiënt hogere vatbaarheid heeft

  • Waarschijnlijk te wijten aan onregelmatige stand van de tanden -> moeilijke reiniging

Secundaire reconstructies

  • Rhinoplastiek en Le Fort osteotomie

  • Preprothetiek en implantologie

Cerebrocraniofaciale dysplasieën

  • Afwijkingen hersenen, neurocranium, ogen en aangezichtsschedel

  • Voorbeelden

    • Rhinencefale dysplasie: cyclopie, cebocefalie, premaxillaire aplasie, synophtalmus, ethmocefalie

    • Oculo-orbitale dysplasie: anorbitisme, micro-orbitisme en cryptoftalmie

    • Perioculaire dysplasie: blefaro-schisis, blefaro-phimosis, telecanthus

  • Ontwikkeling hersenen en zintuigen = belangrijke rol vorming craniofaciale afwijkingen

  • Holoprosencefalie

    • Stoornis patroonvorming prosencephalon

    • Typisch

      • 1 ventrikel in het prosencephalon

      • Continuïteit hemisferen over mediaanlijn

      • Gehandicapt en spastisch

      • Oorzaak: mutaties in SHH (echter klein deel van aantallen)

    • In 80-90% gepaard met mediane craniofaciale afwijkingen

      • Agenesie premaxilla, ethomid, neusseptum en mediane deel bovenlip

      • Hypotelorisme à extreme gevallen = cyclopia

    • Problemen met vorming oog (oogplacode)

      • Anoftalmie tot microftalmie

      • Afmeting oogbeker wordt vroeg embryonaal bepaald door grootte oogblassje en ontwikkelende lens

      • Primaire congenitale afakie

        • Afwezigheid lens

        • Ten gevolge van virusinfecties: rubella, ParvoB19

        • Geeft anoftalmie of microfatlime àmicro-orbitisme en hypoplasie aangezicht

  • Craniofaciale dysplasie

    • Inleiding

      • Ogen en hersenen normaal

      • Neurocranium en aangezichtsschedel tonen malformaties

      • Alle mogelijke combinaties mogelijk à wij zien meestal dit soort patiënten op MKA

    • Fusie aangezichtsprocessie gehinderd

      • Oorzaken

        • Onvoldoende uitgroei aangezichtswelvingen

        • Onvoldoende adhesie van de welvingen, resulterend in deficënte epitheelplaatvormign

        • Persisteren van epitheliale plaat

      • Spleten die ontstaan door uitgebleven fusie = vier locaties = PRIMAIRE SPLETEN

        • Latero-nasomaxillaire spleet (naso-oculaire schisis)

        • Medio-nasomaxillaire spleet (cheilognathoschisis)

        • Maxillo-mandibulaire spleet (macrostomie-microstomie)

        • Intermaxillaire spleet (palatoschisis)

      • Andere vorm van uitblijvende apoptose -> partieel persisterend van buccofaryngeale membraan ovv orale synechiae

        • Van der Woude syndroom als vb

Dysostosen

  • Dysostose = probleem met botproductie in ossificatiecentra

    • Ontwikkelingsstoornis ossificatiecentrum = ° dysostose

    • Klinisch beeld = gelaatsspleet

    • = secundaire spleten = pseudoclefts

    • Hebben geen vaste locaties, gezien ontstaan op plaats van dysplasie

    • Denk steeds aan cerebrocraniofaciale dysplasie (cruciaal middellijnprobleem)

    • Topografisch te rangschikken via craniofaciale helix

      • Helix heeft vorm van letter S

      • Begint aan laterale zijde van schedel = sfenofrontale dysplasie

      • Naar mediaal via os frontale en neus

      • Vervolgens mediaan over neus naar lateraal onder orbita

      • Richting uitwendig oor en ramus

      • Om zo via corpus mandibulae bij symphysis te eindigen =intermandibulaire dysplasie

    • Voorbeelden

      • sfenoïdale dysplasie: meningo-encefalocele,, osteoom, choanale atresie

      • sfeno-frontale en/of frontale dysplasie: benig defect voorhoofd, benig defect orbitadak, wenkbrauw, laterale canthus, haargrens

      • fronto-frontale dysplasie: cranium bifidum occultum, meningocele

      • fronto-naso-ethmoïdale dysplasie, teleorbitisme, meningo-encefalocele

      • frontonasale dysplasie of internasale dysplasie: median cleft face syndrome; bifid nose with median cleft lip; bifide neus, Tessier nr. 0 spleet

      • nasale dysplasie: proboscis, nasale aplasie, arhinie, nasoschisis, nasale duplicatie

      • Morian I,Tessier nr. 3 spleet

      • Morian II, III, Tessier nr. 4 spleet;

      • dysostosis mandibulofacialis = syndroom van Franceschetti = Teacher-Collins syndroom

      • microtie, ooraplasie, Goldenhar-syndroom

      • dysostosis otomandibularis of oculo-auriculo-vertebral spectrum (oavs) = hemifaciale microsomie = Goldenhar-syndroom = 1ste ,2de kieuwboogsyndroom = (hemi) (cranlo) faciale microsomie

      • Hallerman-Streiff-syndroom, otocefalie

      • onderlip-, kaak-, tongspleet

      • acrofaciale dysostose = syndroom van Nager

    • botvorming à belang van bezenuwing/hersenen/spieren/weke delen

      • dit zijn de drivers van botgroei

      • bepalen uiteindelijke vorm

      • agenesie van ooginhoud è geeft onvermijdelijk micro-orbita gezien ontbreken driver

      • = secundaire effecten op bot

    • Meningocoele en encefalocoele

      • Als neurale buis wel gesloten is

      • Maar bovenliggende mesenchymlagen en epidermis hebben stoornis

Synostosen

  • Suturen gevormd zodra botcentra uitgroeien en contact met elkaar krijgen

    • Synostose è abnormale directe fusie van botkernen zonder vorming sutuur

  • Onstaan

    • Laat embryonale/vroeg foetale periode

  • Grote invloed op uitgroei en vorm schedel

  • Synostose = premature ossificatie van suturen

    • Obstakel skeletale ontwikkeling

    • In de richting loodrecht op de sutuur (Virchow’s wet)

    • Compensatoire overgroei in richting parallel aan suturale lijn

  • Faciale synostose

    • Binder syndroom

  • Craniale synostose

    • Scafocephalie

    • Trigonocephalie

    • Brachycephalie

    • Oxycephalie

    • Anterieure plagiocephalie

    • Posterieure plagiocephalie

  • Combinaties van dysostose en synostose

    • Crouzon, Apert, Acro-cefalo-syndactylie, …

    • Veel variatie omdat defecten op verscheidene niveaus manifesteren

    • Voorbeelden

      • Dysostosis craniofacialis (Crouzon)

      • Apert (acrocefalopolysyndactylie type I)

      • Carpenter syndroom (acrocefalopolysyndactylie type II)

      • Muenke

Dyschondrosis

  • Kraakbenige matrices die malformatief ontwikkelen

  • Vb achondroplasie

  • Cervicale dysplasie

    • Defecten in transformatie van kieuwbogen

      • Branchiale sinus, laterale sinus cervicalis, branchiale fistel en agenesie van de schildklier

    • Defecten in transformatie van de kieuwzakken

      • Aplasie en hypoplasie van de thymus

    • Soms kleine eilandjes ectodermale cellen in het mesoderm

      • Geven branchiale cysten

      • Thyreoglossuscysten

      • Dermoïde cysten

Dysostosis cleido-cranialis (cleidocraniale dysplasie)

  • Genetisch:

    • Heterozygoot autosomaal dominante mutatie: 50% kans op overerving

    • Kan ook spontane mutatie zijn

    • RUNX2 (andere naam: CBFA1)

  • Kliniek

    • Pathognomonisch: deels/volledig ontbreken van Claviculae=> schouders makkelijk bij elkaar

    • Craniaal:

      • Brachycefale schedel

      • Uitgesproken frontale & pariëtale welving

      • Vertraagde/afwezige sluiting van craniale suturen (fontanellen/Wormiaanse botstructuren) = Te zien op RX

    • Faciaal

      • Breed voorhoofd

      • Hypoplasie van middengelaat

      • Brede neusbasis

      • Hypertelorisme

      • Hypoplasie van zygoma en pseudoprogenie

    • Oraal

      • Crowding

      • Surnumeraire tanden

      • Vertraagde doorbraak

      • Laattijdige uitval melkdentitie

      • Malocclusie

      • Hoog ogivaal gehemelte

      • Palatoschisis

    • Niet-faciaal

      • Korte conische vingers

      • Brede duimen

      • Smalle borstkas

      • Scoliose

      • Osteoporose op volw leeftijd

      • Dwerggroei

Pierre Robin-sequentie - Pierre Robin syndroom

  • Genetisch

    • Robinsequentie is HETEROGEEN=> dus ook verschillende pathogenese mogelijk!

    • 50%: geïsoleerde Robin-Sequentie-mutatie=> LAGE kans op herhaling (5%)

    • 50%: Robin-sequentie geassocieerd aan

    • Sticler (+ myopie) Treacher Collins Velocardiofaciaal

  • Kliniek

    • Micrognathie van onderkaak

    • Glossoptosis= posterieure verplaatsing & retractie van tongCAVE:Na geboorte moeilijk ademen ruglig: cyanose (tong tegen post farynxwand)=> kleine mandibula kan tong niet naar voor houden!=> leg op buik.

    • Gehemeltespleet (secundair palatum)

    • Voedingsproblemen

    • Groeiachterstand

    • Middenoorproblemen: Recurrente otitis media & gehoorverlies.

    • CAVE: Micrognathie kan ook afzonderlijk voorkomenHeel variabele kliniek: kleine onderkaak ó Rudimentaire aanleg mandibula

  • Diagnose

    • Obv KLINIEK!!!

  • Behandeling

    • 10% nood aan tracheotomie bij geboorte

    • Distractieosteogenese: ENKEL bij NIET-åale vorm!!!

      • Botgreffe/osteochondrale greffe/verlengingsosteotomieën.

      • CAVE: Weke delen-tractie!

    • Sluiting palatoschisis op 12 maanden!

Noonan syndroom

  • Epidemiologie

    • 1/1000-1/2500

    • Hoort niet bij de dysplasies!

  • Genetica

    • PTPN11 mutatie Chr12 (pG503R; de novo)

    • Spontaan of autosomaal dominant

    • Andere mutaties

      • SOS1

      • KRAS

      • BRAF

      • RAF1

      • NRAS

  • Kliniek

    • Afwijkingen Faciaal/Cardiaal/Skelet

    • Faciaal

      • Breed voorhoofd

      • Hypertelorisme

      • Epicantusplooien

      • Schuine palpebrale fissuren

      • Lager ingeplante oren

      • Zakking van bovenste oogleden: pat moet hoofd naar achter houden om te kijken.

    • Oraal

      • Micrognathie

      • Hoog palatum

      • Malocclusie

      • Reusceltumoren

    • Cardiaal:

      • PATHOGNOMONISCHE eigenschappen: diagnose obv al te stellen!

      • Pulmonaal-klep stenose

      • Hypertrofe cardiomyopathie

      • Atriaal septumdefect

    • Skeletaal

      • Pectus excavatum

    • Andere

      • Kort gestalte

      • Korte – brede nek

      • Cryptorchidie

      • Mentale achterstand

      • STOLLINGSSTOORNISSEN (CAVE: INGREEP!!!!)

  • Screening

    • Ortho, tele, face, afdrukname, foto’s

    • CBCT

    • Nierfunctie + echo nieren

    • Stollingsset

    • Oftalmologisch nazicht

    • Basis neuropsychologisch nazicht

    • Genetica

    • Groeicurve opvragen

    • Cardiaal nazicht

Marfan syndroom

  • Diagnose

    • Obv Kliniek EN Gent-criteria

    • Familiale anamnese

  • Genetica

    • Mutatie FBN1-gen

    • Autosomaal-Dominant

  • Kliniek

    • Aandoening skelet/ogen/cardiovasculair/longen

    • Skeletaal

      • Magere personen

      • Lange ledematen

      • Arachnodactylie

      • Gewrichtsinstabiliteit

      • Scoliose

      • Pectus excavatum/carinatum

    • Ogen: TYPISCH!!!

      • Lens-dislocatie

      • Verkleuring ooglens

    • Cardiovasculair

      • Aorta-dilatatie/ruptuur aorta-aneurysma

    • Faciaal

      • Dolichocefale schedel

      • Lang & smal gelaat=> Maxillaire constrictie=> Intra-oraal overlappende tanden & hoog gebogen verhemelte

      • Mandibulaire retrognathie (soms prognathie)

      • Kruisbeet

      • Macrostomie

      • Overmobiele kaakgewrichten (>60mm)

      • Nauwe nasale luchtweg/Open mouth-breathing=> Adenoïd Faciës=> OSAS

    • Oraal

      • kans op cariës

      • Tandwortelmisvormingen

      • Gingivitis/Parodontitis

      • Alveolair botverlies/Hypermobiliteit tanden

  • Voorzorgmaatregelen

    • Orale profylaxe: 1x/6 maanden follow-up mondhygiëne

    • Krachtige, aangepaste tandenborstel

    • Topische fluoride applicatie

    • Antibacteriële mondspoeling

    • Orthodontische R/: behoud van gezondheid parodontium

    • Medicatie

      • spirine VERMIJDEN (gezien patienten vaak reeds onder anti-aggregantia)

    • Chirurgisch:

      • Pre-op controle: cardiale pathologie?

      • CAVE: bacteriemie/Endocarditis=> geef pre-op 2gr amoxicilline

      • Bij uitgebreide dentale R/: doe onder sedatie/AA

      • Voorzichtig bij anesthetica met Adrenaline(=> Tachycardie)

      • Monitoring tijdens THK R/:=> Bloeddruk/Systolische intervallen/Aortic pulse wave velocity.

Sturge-Weber syndroom

  • Etiologie

    • Zz congenitale vasculaire aandoening

    • Vasculaire malformaties

  • Kliniek

    • Vasculaire malformaties !!!

    • Intracraniële vasculaire misvormingen & ipsilaterale, scherp omschreven “wijnvlek”-verkleuring van aangezichtshuid(Naevus Flammeus)=> Meestal nabij N. Ophtalmicus van N. V

    • Wijnvlek volgt distributie van 1ste & 2e tak van N. V

    • Wijnvlek kruist middenlijn NIET!

    • Neurologische afwijkingen:

      • Epilepsie

      • Hemiparese

    • IQ

      • Geboorte: normale intelligentie=> later mentale retardatie

    • Oog

      • Glaucoom

      • Vasculaire malformatie van oog

  • Genetica

    • NIET-overerfbaar syndroom

  • Diagnose

    • MRI + IV Gadolinium contrast

Hemifaciale microsomie

Pruzansky classificatie

  • I Minimum mandibular hypoplasia with all structures present

  • II Condyle, ramus and sigmoid notch are present, but with serious alteration in shape and size

  • III Mandibular ramus can be reduced to a small thin layer of bone, or does not exist

Pruzansky-Kaban classificatie

  • I Mandibular morphology is normal but small.

  • IIA Mandibular ramus is short but of abnormal size: glenoid cavity in right position and functional.

  • IIB Glenoid cavity is in an altered position, in inferior, medial, and anterior position.

  • III Absence of temporomandibular joint (TMJ)

Omens classificatie

O: Asymmetry of the orbit

  • O0 Orbit with normal size and position

  • O1 Abnormal orbital size

  • O2 Abnormal orbital position (place a position arrow, e.g.: O2↑ for upper, O2↓ for lower)

  • O3 Abnormal orbital size and position

M: Mandibular hypoplasia

  • M0 Normal mandible

  • M1 The mandible and glenoid fossa are small, with a short ramus

  • M2A The glenoid fossa has an anatomically acceptable position with reference to the opposite TMJ

  • M2B The TMJ is displaced in a lower, medial and anterior way with a severely hypoplastic condyle

  • M3 There is a complete absence of ramus, glenoid fossa and TMJ

E: Deformity of the outer ear

  • E0 Normal Ear

  • E1 Mild hypopasia but all structures are present

  • E2 Absence of the external auditory canal with variable hypoplasia of the shell

  • E3 Lobe poorly positioned with absence of ear. Lobar remnant is generally moved towards a lower anterior position

N: Nerve involvement

  • N0 There is no facial nerve involvement

  • N1 Upper involvement of facial nerve (temporal and zygomatic rami)

  • N2 Lower involvement of facial nerve (buccal, mandibular and cervical rami)

  • N3 All rami of facial nerve are affected. Other nerves can be involved, such as trigeminal (sensory), hypoglossal and other cranial nerves

S: Deficiency in soft tissue

  • S0 There is no deficiency of soft tissue nor muscle deficiency

  • S1 Minimal soft tissue and minimal muscle deficiency

  • S2 Moderate – between both extremes S1 and S3

  • S3 Severe soft tissue deficiency due to hypoplasia of subcutaneous tissue and muscle.

Last updated