Cysten

Introductie

  • Wat is een cyste?

    • pathologische holte

    • bevatten waterige of brijachtige vloeistof

    • afgelijnd door epitheliale wand (kan kapot zijn bij acute infectie)

  • symptomen (Cawon)

    • goed afgelijnde radiolucentie

    • vaak toevallige vondst op Rx

    • vloeistof kan geaspireerd worden of eventueel transilluminatie

    • trage groei met eerder verplaatsing dan resorptie van tanden

    • symptoomvrij tenzij infectie

    • zeldzaam groot + risico op pathologische fractuur

    • indien uitbreiden tot weke delen âžž compressible + blauwe schijn

  • Rx

    • ronde of polycyclische radiolucentie, scherp omlijnd

  • Voorkomen

    • frequent

  • Etiologie

    • ingesloten epitheelresten tandorgaan = dentogene cysten

    • epitheelresten van Malassez

    • overblijfsel tandlijst

    • resten glazuurvormend epitheel

    • ingesloten ectodermresten achtergebleven bij fusie primitieve processi = niet dentogeen/fissurale cysten

  • Pseudocysten: radiologisch lijken het cysten, maar hebben geen epitheelwand

Developmental cysts

Odontogenic

Dentigerous cyst

  • Definitie

    • = folliculaire cyste

    • tandkroon puilt uit in cysteholte en cystewand hangt vast aan de CEJ

    • ontstaat door opstapelen vocht tussen gereduceerd glazuurepitheel en kroon of tussen lagen van gereduceerd glazuurpepitheel

  • Kliniek

    • odontogeen

    • ontwikkelingscyste

    • vast aan CEJ

    • verhindert eruptie

    • vaak bij geĂŻmpacteerde M3 of BK hoektand

    • meer bij mannen

    • 20-50 jaar

    • DDx

      • keratocyste

      • ameloblastoma

    • uiteindlijk APO nodig

    • agressief gedrag

    • sterke uitbreiding

      • kan richting orbita/condyl gaan

      • via MRI kan je verschil zien tussen sinus volledig gevuld met cyste of sinus met kleine cyste en nog intacte sinus, op CBCT zie je dit verschil niet

    • in cystewand kan ameloblastoma ontstaan âžž belang van APO!

  • APO

    • meerlagig plaveiselepitheel

    • geen inflammatie

    • minder hyperplasie

    • regelmatig

  • Behandeling

    • verwijderen element + cyste

    • eventueel eerst marsupialisatie gedurende 6 maand

      • hopen dat tand terug migreert naar zijn oorspronkelijke positie

      • niet mogelijk als wortels in cortex verankerd zijn

    • zodra voldoende bot kan je extra-oraal of via USSO approach of IVRO approachen en zenuw sparen

Odontogenic keratocyst

  • Definitie

    • goedaardige, maar lokaal agressieve developmental cyst

    • ontstaat uit celresten van de dentale lamina

  • Kliniek

    • 9% van de cysten

    • vaak toevallige vondst op Rx

    • indien zeldzaam toch klachten, dan gaat het over:

      • zwelling

      • drainage melkachtige witte keratine brij (verhoornd epitheel dat afschilfert)

      • zeldzaam aantasting sensibiliteit NAI

    • lokatie

      • 70% OK rond angulus

      • vaak multipele aanwezig

      • dan zeker basaal cel naevus syndroom

    • gedrag

      • agressief!

      • grote uitbreiding in streek van angulus tot in ramus ascendens

      • grote recidief neiging (50%)

      • 40% recidiefkans binnen 1e jaar

      • dit alles door parakeratotisch karakter

    • groei

      • door stimulatie botafbraak via signaalmoleculen (RANKligand factor)

      • eerder perforatie linguale cortex dan buccale

    • genetica

      • PTCH1

      • genmutatie in PTCH1 in 85% van syndromale KOT (basaalcel naevus)

      • genmutatie in PTCH1 in 30% van niet-syndromale

      • PTCH1 is regulator van celproliferatie (inhiberende factor)

      • inactivatie PTCH1 heft inhibitie op ⇒ neoplastische groei

  • invasiviteit

    • infiltreert niet in weke delen

    • weinig expansiegedrag

    • blijft binnen periost

  • Rx

    • grote polycyclische radiolucentie t.h.v. kaakhoek en ramus

    • associatie met geĂŻmpacteerd element

    • uitstulping cortex kan

    • heel zeldzaam wortelresorptie

    • eerder perforatie linguale cortex dan buccaal

    • mandibulair kanaal kan verplaatst zijn maar keratocyste kan er ook rond groeien

  • APO

    • zekerheidsdiagnose

    • cystische structuur afgelijnd door

      • parakeratotisch dun meerlagig plaveiselepitheel met afwezige retelijsten en vaak intracellulair oedeem

      • kernpalissadering in basale laag

      • bij ontsteking cyste âžž heel aspecifiek beeld (daarom altijd biopsie voor je marsupialiseert)

  • behandeling

    • marsupialisatie

    • enucleatie en applicatie carnoy (alcohol, chloroform, ijsazijn en ijzerchloride) âžž fixatie en devitalisatie resterende epitheelcellen

    • bij 50% recidief

      • door onvolledige curettage of resterende satelietletsels in orale epitheel

      • daarom ook hoeveelheid gezonde gingiva mee verwijderen

      • recidiveren omdat ze in de gingiva microcysten hebben, daarom nemen we boord gingiva mee weg tot aan de cyste (techniek van Stoelinga)

      • OKC mag niet als tumor worden bestempeld: recidiveert maar de behandeling blijft telkens hetzelfde, verandert niet plots van gedrag, blijft binnen periost

    • onder KOT naam âžž vaak resectie en bloc voorgesteld

    • follow-up

      • jaarlijks klinisch en OPG voor 5 jaar

      • daarna om de twee jaar tot 15 jaar

Basaalcel naevus syndroom

  • Wat is het?

    • complexe heriditaire aandoening

    • huidletsels en sterke neiging tot keratocysten op voorgrond

    • Gorlin Goltz syndroom

  • Etio

    • autosomaal dominant

    • geen goede activatie van SHH-signaling (deze SHH-pathway is essentiĂ«le factor in oncogenesis BCC en keratocyste)

    • SHH zorgt voor binding met patched

    • zo kan patched smoothened niet inhiberen

    • smoothened kan zo downstream signaling verzorgen en genexpressie acitveren

    • GDC0449 inhibeert SHH pathway ⇒ oncogenesis van BCC en keratocysten tegengaan

  • Kliniek

    • vanaf 10-15 jaar krijg je symptomen

    • dermatologisch:

      • basaalcelnaevi

        • kleine halfronde glimmende verhevenheden

        • tot 3mm groot

        • vaak gepigmenteerd en vast van consistentie

        • tot 100en in gelaat, hals, nek, schouders, romp

        • nemen toe na puberteit

  • epitheliomen

    • vanuit naevi

    • op licht blootgestelde blaatsen

  • epitheelcysten

    • traag groeiende, verheven, ronde, subcutane tumoren die overal (vooral rug) voorkomen

  • milia

    • rijstkorrels gevuld met keratine

  • porokeratosis van Mantoux

    • ondiepe kraters tot 3mm diep en 3mm breed

    • erythemateuze halo

    • enkel op handen en voeten (palmair)

    • zeer zeldzaam, maar pathognomonisch voor BCNS

  • keratocysten!

  • skeletafwijkingen

    • hypertelormise, vierkante schedel

    • overbrugde sella tursica

    • intracraniĂ«le calcificaties

    • wervelkolom: kyfose, scoliose, spina bifida en synostosis

    • thorax: costa bifida en synostosis

    • vingers: brachymetacarpisme en arachnodactylie

  • neurologisch

    • mentale achterstand

    • meningiomen

    • hydrocefalus

    • congenitale nystagmus

    • tumoren (medulloblastoma)

  • ogen

    • strabisme en cataract

    • epicanthus

    • chalazion

    • tumoren

  • intern

    • ovariumfibromen

    • cryptorchidie, testisatrofie, gynaecomastie, vrouwelijk beharingspatroon, mesenteriumcyste

    • stoornis Ca/P huishouding

    • cholesterolafwijking

  • genetica

    • autosomaal dominant syndroom

    • penetrantie 60%

Lateral periodontal cyst

  • Definitie

    • cyste op het laterale aspect of tussen wortels van vitale tand

    • komt van odontogene epitheelresten

    • niet door inflammatoire stimuli

  • Kliniek

    • odontogene cyste

    • ontwikkelingscyste

    • vitale tand

    • normaal PDL

    • verdiepte pocket

    • lokatie

    • mandibula premolaarregio

    • maxilla anterior regio

    • alle leeftijden

    • kan uitbreiden in bot tot perforatie botplaat

  • APO

    • uit epitheelresten van lamina dentalis

    • geen ortho- of parakeratose

    • dun plaveiselepitheel met soms knopvormige verdikking die doet denken aan tandaanleg

  • Behandeling

    • enucleatie

    • behoud tand indien gezond

Botryoid odontogenic cyst

  • Definitie

    • multiloculaire vorm van laterale parodontale cyste, maar meer zeldzaam

    • botryos = druif

  • Kliniek

    • mandibulaire premolaar-hoektandregio

    • > 50 jaar

    • APO:

      • multiloculair met fibreuze septa

      • afgeplat, niet-gekeratiniseerd epitheel afwisselend met heldere glycogeen bevattende cellen

    • multiloculair, zie je niet altijd op Rx!

    • kan ferm radiologisch beeld zijn!! Vaak moeilijke DDx met ameloblastoma of keratocyste

    • geen wortelresorptie (DDx ameloblastoma of AV-malformatie), geen wegduwen van tanden

  • Keratocyste is weinig expansiel en gaat door de cortex, maar niet door periost. Botryoide is expansiel. Ameloblastoom gaat door cortex Ă©n periost en kan expansiel zijn.

  • Behandeling

    • enucleatie

    • vaak eerst marsupialisatie om cyste te verkleinen (zenuw redden en bot regenereren)

    • vaak recidief (20-30%)

Bohn’s nodules (Gingival cyst of infants)

  • Afkomstig uit dentale lamina, resten van Serres

  • 80% van de pasgeborenen

  • Gingiva

  • Verdwijnt spontaan, zelden aanwezig na 3 maand

Epstein parels (Gingival cyst of infants)

  • Vanuit vroeg embryonaal epitheel, dentale lamina

  • Kleine inclusiecysten

  • Roomgekleurde zwellinkjes van enkele milimeter: rijstkorrels

  • Gevuld met keratine

  • Verdwijnt spontaan, zelden aanwezig na 3 maand

Gingival cyst of adults

  • Zeldzaam gingivale cyste bij volwassene

  • Extra-ossale broertje van intraossale laterale parodontale cyste

  • Ouder dan 40 jaar

Glandular odontogenic cyst

  • Definitie

    • synoniem: sialodontogene cyste

    • ontstaat in tanddragend deel kaak

    • epitheliale aflijning met cuboidale of columnaire cellen aan oppervlak en met intra-epitheliale duct formation (apocriene differentiatie oppervlak)

  • Kliniek

    • >50 jaar en man

    • odontogeen

    • ontwikkelingscyste

    • meer mandibula dan maxilla (anterieur)

    • vitale tand

    • pijnloze zwelling

    • uni- of multiloculair

    • kan agressief zijn met perforatie botplaat en aantasting tanden (resorptie)

    • DDx met ameloblastoma; odontogeen myxoma, centraal reuscelgranuloma en ossifying fibroma, mucoepidermoid carcinoma

  • Rx

  • APO

    • niet gekeratiniseerd meerlagig plaveiselepitheel

    • slijmbekercellen, soms trilhaarcellen in oppervlakkige cellaag

    • intra-epitheliale cysten afgelijnd door kubische cellen en slijmbekercellen

    • sferische ophoping squameuze cellen

    • variabele dikte van epitheel

    • multiloculair

    • DDx met muco-epidermoid carcinoom dat heeft:

      • meer uitgesproken proliferatie van squameuze intermediaire en slijmbekercellen

      • MAML2 translocatie

  • Behandeling

    • enucleatie

    • tot 20% recidief

Calcifying odontogenic cyst

  • Definitie

    • synoniem: Gorlin cyste, calcifying ghost cell odontogenic cyst, calcifying cystic odontogenic tumor

    • drie grote varianten

      • cystische vorm (86-98%)

      • solide vorm, neoplastisch (2-16%)

      • agressieve vorm = maligne

  • Kliniek

    • uni-of multiloculair

    • goed begrensd

    • vaak calcificatie

    • gaat typisch samen met hoektandimpactie!

    • typische ghostcellen binnen epitheliale aflijning

    • 20% geassocieerd met odontoma

    • 70% anteriorregio OK of BK (geen voorkeur)

    • buurtanden: mogelijk impactie, wortelresorptie of verplaatsing

    • DDx met ameloblastoma

    • perifere vorm (weke delen)

      • buiten kaakbeenderen

      • exofytisch letsel op gingiva

      • dan DDx met perifeer reuscelgranuloom en SCC

  • Behandeling

    • enucleatie

    • 5% recidief

Orthokeratinised odontogenic cyst

  • Definitie

  • Kliniek

    • M>V

    • leeftijd: 30 jaar

    • radiolucent

    • 93% uniloculair, posterieure mandibula

    • maakt orthokeratine

    • zonder resorptie, soms verplaatsing

    • sclerotische rand

    • expansief

    • 68% geassocieerd met ongerupteerd element

  • In vergelijking met odontogene keratocyste vinden we bij orthokeratotische odontogene cyste

    • minder proliferatie

    • geen basaal cel naevus syndroom

    • minder kans op recidief

  • APO

    • orthokeratinisatie, meerlagig plaveiselepitheel

    • palisalidering niet belangrijk

    • soms geen goed onderscheid tussen ortho en parakeratose

  • Behandeling

    • grondige enucleatie

    • resectie is overkill,

    • is héél goedaardig met zeer kleine kans op recidief (4%)

Eruption cyst

  • Definitie

    • komt van glazuurepitheel na afvorming glazuur: sterke verbreding follikelruimte

    • vormt zich over tand die net gaat erupteren

    • enkel bij tanden die geen voorganger hebben (melk of M1/M2)

  • Kliniek

    • gingivale zwelling/blaas

    • eventuele blauwe schijn

    • begeleidt erupterende tand

  • Behandeling

    • afwachten

Non-odontogenic

Nasopalatine duct cyst

  • Definitie

    • synoniem: incisive canal cyst

    • cyste die komt van epitheliale resten in canalis nasopalatinus (restant Jacobson’s orgaan)

    • op middellijn tussen centrale snijtanden

  • Kliniek

    • niet-odontogeen

    • ontwikkelingscyste

    • in het nasopalatinaal kanaal

    • meer bij mannen

    • >30 jaar

    • geven intermittent afvloei met zoute smaak

    • nabije tanden

    • normale PDL nabije tanden! (resorptie kan ook)

    • tanden zijn vitaal

    • kan perforatie bot geven

    • tandverplaatsing kan

    • DDx

      • inflammatoire odontogene cyste

      • cave voor normaal nasopalatinaal kanaal indien <6mm

    • groei

      • kan tot 2cm groot worden

      • welving naar palataal, vestibulair of nasaal

  • Behandeling

    • enucleatie

Nasolabial cyst

  • Definitie

    • cyste in weke delen, basis neusvleugel

  • Kliniek

    • nasolabiale plooi vaak verstreken en afstaande neusvleugel

    • door druk krijg je soms beperkte depressie in bot ⇒ niet goed zichtbaar op Rx

    • APO: pseudomeerlagig cilinderepitheel (trilhaar kan) of meerlagig plaveiselepitheel

    • etiologie: waarschijnlijk uit onderste deel ductus nasolacrimalis

  • Behandeling

    • enucleatie via intraorale sublabiale approach

    • transnasale marsupialisatie kan ook

Surgical ciliated cyst

  • Definitie

    • ontstaan vanuit stukjes respiratoir epitheel die de sinus bekleden (trilhaarepitheel) die ingesloten raken in maxillair bot

    • kan na trauma of heelkunde in deze regio

    • vaak toevallige vondst op Rx

    • synoniem: postop maxillaire cyste

  • Kliniek

    • bij 3 tot 20% van patiĂ«nten die toegang sinus via maxilla operatie krijgen

  • Behandeling

    • enucleatie

Pseudocyst

Solitary bone cyst

  • = Traumatische cyste

  • Vocht bevattende holte in bot zonder epitheliale aflijning of infectie

  • Kan ook lucht bevatten

Staphne cyst

  • Ontwikkelingsconcaviteit linguale zijde mandibula

  • Onder canalis mandibulae

Focal bone marrow defect

Inflammatory odontogenic cyst

Radicular cyst

  • Inleiding

    • frequentste van de kaakbeencysten (3-4x frequenter dan folliculaire cyste (tweede groep))

    • steeds in associatie met avitale tand, maar die kan reeds verwijderd zijn

    • synoniem: apicale cyste

  • Pathogenese

    • eptiheelresten van Malassez

      • worden geprikkeld bij ontstekingsproces ⇒ prolifereren

      • soms gebeurt dit, soms niet, niet gekend waarom

      • eptiheelstrengen doorgroeien het granuloom

      • op knooppunten van deze strengen ontstaat zone van degeneratie (bloedtoevoer?)

      • hier ontstaan holten die samenvloeien en cysten vormen

      • genecroseerde cellen in lumen âžž osmotische druk en zo aanzuigen vloeistof

      • volumetoename kan ook door celafschilfering (brij bij keratocyste)

      • GEEN autonome groei (i.t.t. tumor)

      • zie je wanneer je de cyste opent âžž wegvallen druk en geen expansie meer

      • zeer zeldzaam toename grootte door hydrostatische druk die ook botresorptie induceert alsook beperkte botaanbouw (dense aflijning op Rx)

      • botexpansie en resorptie

      • dunne lamel biedt geen weerstand tegen druk ⇒ expansie

      • uiteindelijk resorptie lamel en krijg je contact met weke weefsel

      • ook verplaatsing van tanden naar periferie cyste

      • ook buurtanden kunnen aangetast worden

    • vorm

      • BK

        • hartvormige tot ronde vorm

        • bovenfront: uitbreiding naar vestibulair, palataal en nasaal mogelijk met vergroeiing mucosa

        • kan sinus verdringen

        • soms ook vergroeiing sinusepitheel en cyste wand na resorptie bot ⇒ makkelijk sinusitis maxillaris

        • snelle uitbreiding gezien geringe weerstand

      • OK

        • langwerpig

        • vooral voor-achterwaartse uitbreiding (mesiodistaal) door sterke buccale en linguale cortex

        • kan NAI verplaatsen

        • indien niet betrokken met tand âžž kan o.v.v. residuele cyste

  • APO

    • cystewand

    • bindweefsel

    • naar lumen bekleed met meerlagig plaveiselepitheel

    • samenstelling bepaald door activiteit infectie

    • oud: rustig bindweefsel en gaaf epitheel

    • acuut: epitheel kan vernietid zijn

    • inhoud

    • heldere gele/roze vloeistof

    • dikke geelbruine brij met cholestrinekristallen

    • acute infectie: etter

  • Symptomen

    • meestal symptoomloos en toevallige vondst op Rx

    • enkel bij infectie duidelijke tekenen

    • zwelling

    • ontstaat na heel lange aanwezigheid met zeer dunne cortex en geeft aanleiding tot expansie

    • palpatie vestibulum

    • eventueel front met uitbreiding naar neusbodem of palatum

    • vaak pingpongbaleffect

    • perkamentcrepitatie bij palpatie

    • buitenste lamel zeer dun en indrukbaar

    • in OK: indien zo groot âžž risico op fractuur (spontaan/extractie/val)

    • paresthesie: kan bij druk op NAI

    • NOOIT anesthesie âžž dan moet je aan maligniteit denken

    • tandverplaatsing

    • vooral buurtanden, zeldzaam causale tand

  • Rx

    • pano is ideaal

    • typisch

    • goed begrensde radiolucentie

    • bij infectie minder scherp

    • verdikkingslijn kan

    • zie je bijvoorbeeld niet vaak bij cyste die in sinus groeit

    • DDx met sinus die in processus alveolaris groeit âžž heeft altijd verdikkingslijn ter aflijning

  • DDx

    • granuloom

      • indien <1cm kan je op basis van Rx de diagnose tussen cyste en granuloom niet maken, APO nodig

      • waarschijnlijk cyste als je vlot bolletje verwijdert bij curettage met gladde holte

      • indien >1cm âžž waarschijnlijk cyste

    • andere cysten

      • vitale tand âžž geen radiculaire cyste

    • sinus maxillaris

      • moeilijk DDx cyste/sinus als sinus laag uitbocht

      • indien mooie benige bodem holte alsook symmetrisch op pano âžž eerder sinus

      • als je lamina dura ziet âžž sinus

      • eventueel contrast inspuiten in sinus via neus

    • tumoren

      • cave ameloblastoma

      • ameloblastoma is vaak polycyclisch, maar kan ook uniloculair zijn

  • Behandeling

    • alle dentogene cysten moeten verwijderd worden wegens constante uitbreiding en gevaar voor verwikkelingen

    • eenvoudigste behandeling: marsupialisatie

      • dak van de cyste verwijderen en zo ontstaan van bijholte in de mond

      • zo geen druk meer en bot kan regenereren naar centrum

      • voordelen

        • eenvoudig

        • geen postop infectie

        • minder fractuurgevaar OK

        • geen postop pijn (nervus bedekt door cystevlies in OK)

      • nadelen

        • landurige nabehandeling: wissel wieken en controle obturator

        • maligne degeneratie cyste eptiheel is beschreven (ameloblastoma kan ook)

    • enucleatie cyste

      • kleine cysten âžž per primam sluiten

      • na één week gesloten

      • incisielijn moet rusten op gezond bot, niet boven trepanatie

      • grote cysten âžž vaak lossen hechting en genezing per secundam

      • risico op infectie holte

        • vermijden door

          • mobilisatie mucosa in cysteholte en ter plaatse houden met jodoformgaas dat 3 dagen blijft zitten

          • openhouden holte + opvullen door jodoformgaas

          • wekelijks vervangen tot opgranulatie holte

        • kan tot 2 maand duren

      • verschil met marsupialisatie âžž cystewand weggenomen overal

      • deze techiek is minder goed in bovenkaak: kans op recidief door trage heling

      • bij cyste in BK in nauwe relatie met sinus, geen tussenschot sinus en cyste meer

        • drainage naar neus (Caldwell Luc)

    • apexresectie betrokken tanden ter behoud tanden /+ endo

Inflammatory collateral cyst

  • Definitie

    • buccale aspect tand

    • bij partieel of net gerupteerde tand

    • etiologie: inflammatie pericoronale weefsels

    • 2 types:

      • paradentale (M3) (20-30 jaar)

      • mandibular buccal bifurcation M1 (8-9 jaar) en M2 (13-19 jaar)

  • Synoniem

    • inflammatoire paradentale cyste

    • mandibulaire bifurcatie cyste

  • APO

    • histopathologisch niet te onderscheiden van radiculaire cyste

  • Symptomen

    • gevoeligheid en pijn

    • buccale cortex perforatie: zwelling wang en diepe pocket

    • 25% is bilateraal

    • gedeeltelijk doorgebroken vitale tand

  • Behandeling

    • paradentaal M3: enucleatie en verwijderen M3

    • mandibular buccal bifurcation M1 of M2: enucleatie

Klinische caveats bij cysten

  • Uniloculaire radiolucentie kan holte zijn, maar kan ook massa herbergen

  • Multiloculaire radiolucentie

  • Radiolucentie met calcificatie

  • Wortels die divergeren door radiolucentie is geen ENDO probleem

  • Wortelresorptie

  • Vitale tand + radiolucentie

  • Perifolliculaire cyste bij geĂŻmpacteerde hoektand

  • Cyste rond ingesloten tand

Well-defined radiolucent mandibular lesion

CYSTIC

SOLID

periapical (radicular) cyst

ameloblastoma

dentigerous (follicular) cyst

odontogenic myxoma

odontogenic keratocyst

giant cell granuloma

residual cyst

giant cell tumour

traumatic (solitary) bone cyst

brown tumour of hyperparathyroidism

aneurysmal bone cyst

myeloma metastasis

early-stage cemento-ossifying fibroma

early-stage cementoblastoma

early-stage periapical cemental dysplasia

Differential diagnosis of an ill-defined radiolucent mandibular lesion

  • Squamous cell carcinoma

  • Mucoepidermoid carcinoma

  • Lytic metastasis

  • Suppurative osteomyelitis

  • Osteoradionecrosis

  • Osteonecrosis

  • Plasmacytoma

  • Leukaemia

  • Lymphoma

  • Sarcoma

Differential diagnosis of a radio-opaque mandibular lesion

FOCAL

DIFFUSE

enostosis

sclerosing osteomyelitis

odontoma

osteonecrosis

osteoma

osteoradionecrosis

exostosis

diffuse blastic metastases

cementoblastoma (cementoma)

fibrous dysplasie

blastic metastasis

Paget’s disease

osteosarcoma

Differential diagnosis of a mixed radio-lucent - radio-opaque lesion of the mandible

FOCAL

DIFFUSE

calcifying epithelial odontogenic tumour (Pindborg tumour)

osteomyelitis

cemento-ossifying fibroma

osteonecrosis

adenomatoid odontogenic tumour

osteoradionecrosis

calcifying odontogenic cystic periapical cemental dysplasia

florid cemental dysplasia

desmoplastic ameloblastoma

fibrous dysplasia

intermediate stage cementoblastoma

Paget’s disease

haemangioma

Ewing’s sarcoma

lymphoma

Lesions identified as having a relationship with impacted tooth

  • Dentigerous cyst

  • Calcifying odontogenic cyst

  • Unicystic (mural) ameloblastoma

  • Ameloblastoma

  • Ameloblastic fibroma

  • Adenomatoid odontogenic tumor

  • Odontogenic keratocyst

  • Calcifying epithelial odontogenic tumor

  • Ameloblastic fibro-odontoma

  • Odontoma

  • Primary odontogenic tumor

Homogene pericoronaire radiolucentie

UNILOCULAIR

MULTILOCULAIR

vergrote tandfollikel

cherubisme

dentigere cyste

ameloblastoma

keratocyste

ameloblastisch fibroma

unicystisch ameloblastoma (luminaal, intraluminaal, muraal)

ameloblastisch fibro-odontoma (vroeg stadium)

adenomatoĂŻde odontogene tumor AOT (vroeg stadium)

odontogeen myxoma

calcifiërende odontogene cyste (vroeger CCOT) (vroeg stadium)

Ongewone pericoronale radiolucentie

  • Langerhans’ cell histiocytosis (kinderen)

  • Ewing’s sarcoma

  • Leukemie

  • Squameuze odontogene tumor

  • Odontogeen carcinoma

  • Pseudotumor van hemophilie

Gemengd radiolucente - radio-opaque laesie pericoronair

  • AdenomatoĂŻde odontogene tumor (laat stadium)

  • Ameloblastisch fibro-odontoma (laat stadium)

  • CalcifiĂ«rende odontogene cyste (vroeger CCOT) (laat stadium)

  • Regionale odontodysplasie

  • CalcifiĂ«rende epitheliale odontogene tumor CEOT (Pindborg tumor)

Last updated