Orofaciale pijn

Inleiding

Vaak voorkomend probleem. De pijn kan van musculoskeletale, dentale, neurale, vasculosympathische of sinogene oorsprong zijn.

Perifere mechanismen

Centrale mechanismen

Classificaties en taxonomie

Differentiaal diagnose

Dentogene pijn

  • Cfr. andere hoofdstukken, voornamelijk pulpitis en periodontitis

  • Pulpitis

    • cariës van glazuur en dentine met ontsteking van de pulpa

    • soms geen cariës maar

      • toxiciteit van vullingsmateriaal (esthethische)

      • trauma op tanden

      • parodontolyse

    • symptomen

      • pijn

        • door warmte, koude, zuur, zoet

        • heviger dan bij graad II cariës

        • invloed van temperatuur is wisselend

        • soms in beginstadium kan koude de pijn verminderen door afname van pulpacongestie

        • terminaal stadium: gevoeligheid voor warmte neemt toe, geen gevoeligheid meer voor koude, zuur, zoet

        • karakteristiek spontane pijn buiten de maaltijd of prikkel van warmte/koude

    • kenmerken

      • begin

        • zonder aanleiding of door impactie van voedsel of door liggende houding ('s nachts)

        • er ontstaat compressie van gecongestioneerde pulpa binnen rigide pulpakamer

        • bij neerliggen stijgt bloeddruk ⇒ meer stuwing ⇒ pijndrempel overschreden

      • duur

        • wisselend, tiental minuten tot uren

        • verdwijnt even plots als bij ontstaan (eventueel door drinken water, analgetica,...)

        • verloop over 3-tal weken waarna pulpanecrose door afsnoering apicale vaten

      • karakter

        • zeer hevig opschietend met aanhoudende achtergrondspijn

        • straalt uit in ganse gelaatshelft

        • moeilijk lokaliseerbaar in causale tand

        • bij ondermolaren/premolaren uitstraling naar oor

        • bij bovenmolaren/premolaren uitstraling naar de slaapstreek

      • objectief

        • cariësholte, dubieuze vulling, diepe parodontolyse

        • pijnloos bij percussie tenzij terminale pulpitis

        • vitaliteit: toegenomen gevoeligheid voor warmte/koude

        • in terminale stadium neemt gevoeligheid voor warmte toe door uitzetting van gassen in pulpakamer met druk op reeds oedeme pulpa

        • gevoeligheid voor koude neemt af in terminale stadium

    • RX

      • geen afwijking zichtbaar behalve soms cariës

    • DDx

      • trigeminusneuralgie

      • vasculosympathische pijn

      • cardiale pijn

    • Evolutie

      • na dagen tot enkele weken valt pijn weg = pulpanecrose

Acute periodontitis

  • Aansluitend op pulpitis of op later tijdstip

  • Symptomen

    • diepe, kloppende pijn, goed lokaliseerbaar, eventueel met uitstraling

    • dag en nacht pijn en neemt toe in subperiostaal stadium

    • afname pijn na doorbraak door periost

    • elke druk op tand (kauwen) is pijnlijk, soms gevoel dat tand omhoog is gekomen

  • Objectief

    • tekenen van pulpanecrose

    • blauwgrijze verkleuring tandkroon

    • cariës of tandvulling

    • achtergebleven wortel

    • zwelling en roodheid zodra etter periostaal zit

    • percussie zeer pijnlijk

    • vitaliteit is negatief

Parodontale pijn

  • S/

    • kan uitbreiden tot aan de apex en aanleiding geven tot pulpitispijn (retrograde pulpitis)

      • eerder uitzonderlijk

    • meestal doffe zeurende pijn, ganse dag aanwezig

    • moeilijk te lokaliseren, wel bij axiale of laterale druk

  • Klinisch: tekenen van parodontitis

    • pockets

    • tandmobiliteit

    • gingivitis

  • Rx

    • wortelresorptie

    • verbrede PDL spleet

Neuralgieën

  • S/

    • pijnsyndroom met intermittende pijn in gebied van een zenuw zonder uitvalsverschijnselen

    • neuropathie: aandoening van perifere zenuw met uitvalsverschijnselen soms met pijn door uit balans raken van sensibele afferente impulsen = deafferentiatiepijn

      • treedt op bij lichte aanraking: brandend, prikkend, jeukend

    • hyperpathie:

      • één pijnprikkel wordt minder waargenomen

      • reeks fysiologische pijnprikkels geeft sommatie en uitbreiding buiten gebied van aanraking

  • Craniale neuralgieën

    • trigeminusneuralgie

    • postherpes trigeminusneuralgie

    • glossopharyngeus neuralgie

    • neuralgie van n. laryngeus superior

Trigeminus neuralgie

  • Algemeen

    • paroxystische pijn op traject van 1 of meer takken van n. trigeminus

    • meestal unilateraal en opgewekt door prikkeling van zone

    • na tandpijn, 2e meest frequente oorzaak van hevige pijn in gelaat

    • vaak nutteloze extracties door foute diagnose

  • Voorkomen

    • meestal 50-60 jaar, indien 30-40 jaar denk aan MS

    • meer bij vrouwen dan mannen

    • rechts meer dan links

    • geen familiaal voorkomen, niet erfelijk

  • Etiologie

    • meestal geen duidelijke oorzaak = idiopathische/essentiële trigeminusneuralgie

    • twee mogelijke verklaringen

      • demyelinisatie theorie

        • demyelinisatie wijzigt activiteit pijnvezels dorsale wortel ⇒ tactiele gewaarwording wordt overgebracht als pijnprikkel

      • vasculaire compressie theorie

        • druk van kleine arteries op trigeminusradix op plaats van intrede in de hersenstam

    • indien organische oorzaak = symptomatische trigeminusneuralgie

    • lokaal

      • druk door gezwel/aneurysma in fossa posterior

      • ontsteking: sinusitis, meningitis, tandontsteking

    • algemeen

      • multiple sclerose

      • 1,5% van MS patiënten hebben trigeminusneuralgie = 300x de frequentie van de gehele populatie

      • 3% van patienten met trigeminusneuralgie hebben MS

      • frequentie van bilaterale aantasting is dubbel zo groot als bij andere oorzaken

      • in 80-90% gaan symptomen van MS vooraf aan de trigeminusneuralgie maar kan ook omgekeerd

      • gelijkaardig aan de gewone vorm maar frequenter bilateraal, remissieperioden na behandeling zijn korter

      • gedemyeliniseerde laesies in de root entry zone

    • arteriosclerose

    • intoxicatie (lood, alcohol, arsenicum)

    • overspanning

    • diabetes

    • zona

  • Symptomen

    • plotse aanvallen van zeer hevige pijn gedurende enkele seconden en gedurende aantal minuten zijn er salvo's

    • kan vele malen per etmaal voorkomen

    • tussenin volledig pijnvrij

    • meestal unilateraal en opgewekt door prikkeling in electieve zone

    • stekend, snijdend of elektrisch van aard

    • volgens de takken van de n. trigeminus en kruist middellijn niet

    • kan 1 tak zijn, maar kunnen ook meerdere takken zijn

    • in dalende volgorde: n. infraorbitalis, n. mentalis, n. buccinatorius, n. auriculotemporalis, n. frontalis, n. zygomaticofacialis

    • meestal 1 zijde van het gelaat

    • aantal aanvallen/dag: aantal tot vele

    • soms pijnloze intervallen van maanden tot jaren

    • spontaan herstel zeldzaam

    • vaak evolutie naar aantasting van meerdere takken en afname van pijnloze periodes

    • uitgelokt door beweging of druk: spreken, wassen, scheren, eten,...

    • vaak hypergevoelige zone (rond neus, mondhoek) = trigger zone

    • vaak verstarde gelaatsuitdrukking omdat ze gelaat zo weinig mogelijk proberen te bewegen om uitlokken te voorkomen

    • soms pijn gepaard met samentrekking van spieren = tic douloureux

    • soms gepaard met tranen van ogen, hypersalivatie

  • Klinisch onderzoek

    • opzoeken trigger zones (uitmonding van zenuw = Valleix punten)

    • foramen infraorbitale

    • foramen mentale

    • grens mediaal en middelste derde van wenkbrauw

    • meestal geen stoornis in gevoeligheid, geen verlies van corneareflex

    • causale laesies opsporen

    • Rx van sinussen, CT/NMR van hersenen

  • Verloop

    • zware morele belasting en soms neiging tot zelfmoord

    • goedaardig, geen levensverkorting

    • aantasting van meerdere takken en pijn minder beïnvloed door vernietiging perifere zenuwtakken

  • DDx

    • pulpitis

      • pijnaanvallen duren langer en verdwijnen door necrose

      • nachtelijke pijn door platliggen, bij TN is er bijna nooit nachtelijke pijn waarschijnlijk door tekort aan stimulatie van de trigger points gedurende de slaap

    • pijn na zona

      • anamnestisch: blaasjes in gebied van pijn

      • vaak in gebied n. ophthalmicus

      • gevoelsvermindering in aangetast gebied

      • corneareflex afwezig

    • vasculaire pijn (syndroom van Horton)

      • aanvallen duur paar uur en t.h.v. diepte van oogkas

      • geen radiculair verloop van de pijn

      • sympaticus symptomen: unilaterale neuscongestie, roodheid huid, epiphora tijdens pijnaanval

      • einde van aanval vaak gepaard met neusloop

  • Behandeling

    • medicamenteus

      • carbamazepine (Tegretol)

        • hoeksteen

        • dosis 300-1200 mg/dag

        • nevenwerking: duizeligheid, nausea

        • gevaar voor aplastische anemie, lever en nierfunctie

        • allergische nevenwerkingen

        • 60-90% ondervindt volledige pijncontrole, vaak resistentie na jaren

      • baclofen (Lioresal)

        • antispasmodicum met centrale analgetische werking

        • geen beenmergonderdrukking

        • startdosis van 3x 10 mg/dag, elke 2 dagen ophogen met 10 mg tot onderdrukking van de pijn

        • onderhoudsdosis typisch 60 mg/dag

        • combinatie van Tegretol+Lioresal laat toe Tegretol te minderen in dosis en nevenwerkingen te onderdrukken

      • phenytoïne (Diphantoine)

        • langdurige verlichting bij 25% van patiënten

        • best als adjuvans bij therapie met baclofen

        • gewone dosis is 300 mg/dag in 3 giften

      • clonazepam (Rivotril)

        • minder duidelijk effect/evidence

    • perifeer chirurgisch

      • curettage van kaakbeenholten

        • sommige auteurs melden spectaculaire verbetering, geen bevestiging in latere publicaties

      • alcoholisatie

        • vooraf LA geven, want doet heel veel pijn

        • lokale inspuiting van 95% alcohol

        • perifeer (foramen mandibulae, mentale, canalis infraorbitalis)

        • centraal (schedelbasis: foramen rotundum, ovale)

        • meestal eerst perifeer

        • volledige gevoelloosheid die 10 maanden duurt

        • injecties regelmatig te herhalen

        • pijnloze intervallen worden steeds korter, nadien evt centrale injecties

        • Praktisch protocol:

          • Voorverdoven: Spyx met Septanest special >> klein volume, aangezien er nog een hoeveelheid alcohol bij moet (risico om te groot volume in weke weefsels te spuiten)

          • Tuberculine-spuitje van 1ml vullen met Ethanol 96%

          • Groene naald opzetten

          • Inspuiten op zelfde wijze als een spyx-verdoving

            • Cave: ALTIJD stevig botcontact tijdens inspuiten, zodoende geen ethanol in de m. pterygoideus medialis te spuiten (kan ernstige verlittekening en trismus geven)

      • streptomycine/lidocaïne injecties

        • gunstige resultaten te bekomen

      • neurexerese

        • pijnvrij voor ongeveer 3 jaar

        • kan niet herhaald worden, nadien kan wel alcoholisatie

        • verschillende technieken voor de NAI beschreven

          • doorsnijden voor intrede in canalis mandibularis + aan foramen mentale en dan retrograad uittrekken

          • langs trepanatievenster in buccale corticale plaat vrijleggen en verwijderen

      • cryotherapie

        • sinds meer dan 10 jaar gebruikt

        • zenuw bevriezen met vloeibare stikstof sonde aan -60 tot -- 100°C (-89°C) gedurende 2×3 minuten

        • 70% pijnvrij gedurende 1 jaar, 30% gedurende 2-3 jaar

        • herhaalbaar

        • sensibiliteit blijft bewaard

        • intracraniële transcutane behandeling

      • coagulatie van ganglion van Gasser (Kirschner operatie)

        • met lange naald onder radiologische controle doorheen foramen ovale in schedelholte

        • vernietigen van ganglion met thermocoagulatie

        • voornaamste verwikkeling: anesthesie van cornea soms met verlies van het oog

        • soms dysesthesie en anesthesia dolorosa die erger is dan initiële symptomen

        • mortaliteit zeer laag en goed verdraagbaar bij zelfs oudere patiënten

        • volledig succes met 1-2 operaties bij 96-100%

        • recidief bij 5-10%

        • resultaten minder goed in atypische gevallen met constante achtergrondpijn

      • injectie van glycerol achter ganglion van Gasser

      • percutane compressie van ggl. trigeminale en wortel

      • microvascualire decompressie van trigeminusradix in ponto-cerebellaire hoek

      • rhizotomie in achterste fossa

Glossopharyngeus neuralgie

  • Algemeen

    • zeer zeldzame neuralgie in de farynx, tonsillen, achterzijde tong, oor

    • gelijkenis met trigeminusneuralgie

  • Symptomen

    • paroxysmaal, zeer hevig, kortdurend

    • begint in keel en tongbasis en straalt uit naar het oor

    • ontstaat door slikken, kauwen, hoesten, geeuwen, niezen, spreken, soms door aanraken van amandel

    • zeker zijn dat er geen tumor is van tonsil of farynx

  • Behandeling

    • carbamazepine (Tegretol) redelijk doeltreffend

    • indien Tegretol niet helpt, dan groot probleem want zowel intra- als extracranieel zeer moeilijk bereikbare zenuw

Postherpetische neuropathie

  • Algemeen

    • na herpes zosterinfectie meestal tak van de n. trigeminus

    • bij 10% van de patiënten, voornamelijk ouderen

  • Symptomen

    • deafferentiatie pijn in aangedane huidgebied

    • 50% heeft na 3 maand nog pijn, 30% na 1 jaar

    • pijn kan continu zijn, verergerend door aanraken, paroxysmaal

  • Behandeling

    • lage dosis amitryptilline hydrochloride eventueel in combinatie met phenothiazines geven beste resultaat

Eagle syndroom (stylalgia)

  • Algemeen

    • processus styloideus t.h.v. schedelbasis, normale lengte 2-3 cm, in verlengde lig. stylohyoideum (hecht aan op cornu minor van hyoid)

    • bij 4% gedeeltelijk/geheel verkalkt

  • Symptomen

    • bij 4% van mensen met verlengde styl. zouden er symptomen van stylalgie zijn

    • vanaf 7,5 cm is deze palpeerbaar

    • pijn in verschillende vormen/lokalisaties

    • last kan bestaan uit doffe pijn en moeite met slikken

    • gevoel van vreemd lichaam in de keel

    • in andere gevallen scherpe schietende pijn die doet denken aan glossopharyngeus neuralgie

  • Behandeling

    • resectie ligament (intra of extra-orale approach)

    • soms recidief dus diagnostiek moet goed zijn

Carcinoom

  • Pijnloos ulcus of tumor met pijn in laattijdig stadium behalve bij tongbasis/hypofarynx/mondbodem daar vaak vroegtijdig pijn

  • Onderzoek soms moeilijk door spierspanning

  • Pijn uitstralend naar oor en verharde klier aan carotisbifurcatie zijn vaak eerste symptomen

Kanker-behandeling geassocieerde pijn in de mond

  • Behandeling van kanker buiten de mond kan pijn geven in de mond

  • Vincristine

    • kan orale mucositis geven, orale candidiasis, neurotoxiciteit + pijn

  • Oxaliplatine = cytostaticum voor metastatische colorectale kanker

    • neurotoxisch, perifere paresthesieën, soms irreversibel

    • bij 70% dysesthesieklachten in gelaat en frequent ook pijn in de kaak

  • Radiotherapie/chemotherapie

    • orale mucositis met hevige pijn

    • osteoradionecrose

  • Beenmergtransplantatie

    • orale mucositis met pijn

  • Bisfosfonaten, denosumab

    • parenteraal bij botmetastasen

    • pijnlijke osteonecrose

Sinusitis

  • Sinusitis maxillaris bij

    • pijn gelokaliseerd rond een van de maxillaire sinussen

    • verergert bij bukken

    • gepaard met koorts

    • gepaard met neusverkoudheid

  • Klinisch

    • percuteer en palpeer de sinus

  • OPG en CBCT:

    • vochtniveau's of sluiering

    • processus uncinatus of ostium open?

  • Verder nazicht via NKO

Intracraniële oorzaken van pijn

  • Meestal hoofdpijn, geen gelaatspijn

  • Uitzondering: tumoren van pons/fossa posterior met compressie/irritatie van craniële zenuwen (n. trigeminus)

  • In later stadium overdruksymptomen: hoofdpijn, projectiel braken

Trigeminale autonome cephalalgieën (TAC's) of vasculosympatische pijn

  • Cluster headache

  • Synoniemen: syndroom van Horton, migraineuze neuralgie, histamine cephalalgie, vasculosympatische pijn

  • Recurrente aanvallen van hevige kloppende unilaterale hoofdpijn, meestal diep in oogkas/maxilla gelokaliseerd

  • Voorkomen

    • zeer zeldzaam

    • meestal tussen 20-40 jaar

    • mannen frequenter (5:1)

    • geen erfelijkheid

    • geen hogere incidentie van migraine bij deze patiënten

    • patiënten hebben vaak stresserende job

    • velen zijn zware rokers met hoog alcohol gebruik

  • Etiologie

    • rol histamine bij uitlokken aanval onduidelijk

    • gedurende aanvallen verhoogde histamine-waarden in bloed/urine

    • antihistaminica geen invloed op verloop

    • vasodilatatie in eindtakken carotis (a. maxillaris, a. ophtalmica) als oorzaak

    • vasodilatoren lokken pijn uit

    • pijnverlichting door vasoconstrictoren

    • thermografie en doppler tonen dilatatie tijdens aanval

  • Symptomen

    • hevige unilaterale pijn

      • gelokaliseerd rond oog en uitstraling naar de wang, voorhoofd en slaapstreek

      • spontaan begin en abrupt, onuitstaanbaar hevig aanhoudend

    • 1-3 of meer aanvallen per dag op dezelfde tijdstippen van dag/nacht

      • duren kwartier tot een paar uur

      • aanvallen 's nachts, paar uur na inslapen, waardoor wakker worden (dit is nooit bij trigeminusneuralgie)

    • neusobstructie aan pijnlijke zijde, neusloop bij einde van de aanval

    • parasympatische hyperactiviteit

      • ipsilateraal tranend oog

      • roodheid van oogbol en wangen

      • zweten

    • partieel syndroom van Horner tijdens aanval: ptosis, miosis en raar genoeg hyperhydrosis van ipsilateraal voorhoofd

    • fotofobie, nausea zijn zeldzaam (itt migraine)

    • periode van aanvallen duurt 2-6 weken (cluster) waarna maanden tot jaren zonder pijn

      • naarmate recidieven vorderen steeds meer chronisch zonder remissies

      • aanvallen verminderen in hevigheid en kunnen volledig verdwijnen met verouderen

    • alcohol en andere stoffen lokken aanval uit tijdens pijn-fase, dit is niet zo in periode van remissie

    • verhoogde incidentie van duodenum-ulcus

  • Differentieel diagnose

    • typisch cyclisch patroon is vrij duidelijk voor diagnose

    • trigeminusneuralgie en pulpitis benaderen pijnaanvallen qua hevigheid maar niet zo kenmerkende eigenschappen

    • migraine en arteritis temporalis hebben duidelijk verschillend pijnritme en andere lokalisatie

  • Behandeling

    • medicamenteus

      • korte behandeling corticoïden en temperen dosis

      • calciumantagonisten (Sibelium) als profylaxe

      • vasoconstrictoren: ergotamine (Dihydergot), pizotifen (Sandomigran), oxertorofumaraat (Nocertone), methysergide (Deseril)

        • tijdens aanval weinig nut door plots begin en korte duur aanval

      • aerosol ergotaminetartraat of SC of IV dihydroergotaminemesylaat

        • gunstige resultaten

      • zuurstofinhalatie

        • gunstige resultaten bij aanval

      • chronische fase: lithiumcarbonaat

      • indien geen effect meer van corticoïden of ergotamine: combinaties van producten

      • andere opties

        • chloorpromazine (Largactil)

        • indomethacine (Indocid)

        • cyproheptadine (Periactin)

        • antihistaminica geen effect.

      • indien refractief/zeer hevig eventueem neurochirurgie met elektrostimulatie

      • Recente RCT toonde duidelijk minder aanvallen met onderstaand protocol:

        • Prednisone 100 mg/d voor 5 dagen, vervolgens elke 3 dagen afbouwen met 20 mg.

          • Dit schrijf je best als volgt voor: Medrol 32 mg 3 co/d gedurende 5 dagen, vervolgens elke drie dagen 1 halve co (16 mg) afbouwen

        • Gecombineerd met Verapamil 40 mg 3 co/d en op te hogen elke 3 dagen met 40 mg tot max 360 mg/d

        Andere mogelijkheden: NSAID (bijvoorbeeld naproxennatrium) combineren met sumatriptan en/of zuurstof (02 uit cilinder).

        R/ sumatriptan 100 mg DT/ tab. d.t.d. no 10 S/ Eén tablet innemen als migraine aanval of cluster headache zich aankondigt.

        (Eventueel als injectiepen ten behoeve van subcutane toediening of als neusspray voorschrijven)

    • chirurgische behandeling

      • minder betrouwbare resultaten dan bij trigeminusneuralgie

      • anesthesie wordt moeilijk aanvaard, frequenter anesthesia dolorosa

      • n. ophthalmica dus risico op gevoelloosheid van cornea

        • voorbehouden voor refractaire aan medicamenteuze behandeling met onuitstaanbare pijn

      • specifieke pijnbanen zijn niet gekend dus vaste volgorde in behandeling aanhouden

        • proefbehandeling met lidocaïne blok dorsaal van ggl. van Gasser: patiënt vertrouwd maken op reversiebele wijze met therapeutisch resultaat

          • N.B. patient moet aanval hebben bij uitvoeren block ⇒ patient alcohol doen drinken of nitroglycerinetablet geven

        • bij gunstige proeftherapie: percutane therapie

        • rhizotomie van ggl: radiogolven of glycerol

      • open operatie met craniotomie

        • indien mislukken andere behandelingen

        • grotere morbiditeit/mortaliteit

        • opties

          • open trigeminus rhizotomie

          • neurectomie van nervus petrosus superficialis

          • sectie nervus intermedius

          • sectie pijntractus craniale zenuwen V, VII, VIII, IX, X in medulla oblongata

  • Syndroom van Sluder

    • grote gelijkenis met syndroom van Horton

    • neuralgie van ganglion sphenopalatinum

    • andere theorie: druk op conchae door neustussenschot

    • kenmerkend: plots stoppen door verdoving van ggl sphenopalatinum via onderste neusgang

Samenvatting

Clusterhoofdpijn

Paroxysmale hemicrania

SUNCT/SUNA

Hemicrania continua

Geslacht (M:V)

3:1

1:1

1.5:1

Aanvalsduur

15-180 minuten

2-30 minuten

5-240 seconden

Continu met exacerbaties van uren tot dagen

Aanvalsfrequentie

0.5-8 per dag

1-40 per dag (gemiddelde 11)

3-200 per dag

Continu

Lokalisatie

Orbitaal Temporaal V1> C2 > V2 > V3

Orbitaal Temporaal V1> C2 > V2 > V3

Periorbitaal V1> C2 > V2 > V3

Ganse hemicranium

Karakter

Scherp/kloppend

Scherp/kloppend

Scherp/kloppend

Autonome kenmerken

Ja

Ja

Ja

Minder uitgesproken Zanderig gevoel ogen

Intensiteit

Ondraaglijk

Ondraaglijk

Ernstig

Minder ernstig

Circadiaans rithme

Aanwezig

Afwezig

Afwezig

Afwezig

Migraineuze kenmerken - Nausea - Foto/sonofobie

50% 65%

40% 65%

25% 25%

Zeldzaam

Uitlokkende factoren

Ethyl Nitroglycerine

Soms ethyl

Huidaanraking

Episodisch vs chronisch (%)

90:10

35:65

10:90

Agitatie

90%

80%

65%

Aanvalsbehandeling effect - Zuurstof - Sumatriptan 6 mg - SC indomethacine

70% 90% Geen effect

Geen effect 20% 90%

Geen effect < 10% Geen effect

Profylaxe

Verapamil Methysergide Lithium

Indomethacine

Lamotrigine Topiramaat Gabapentine

Indomethacine

Arteritis temporalis

  • Algemeen

    • synoniem: reuscelarteritis

    • uitsluitend boven de 50 jaar

    • granulomateuze ontsteking van grote en middelgrote arteries op gans lichaam

    • incidentie: 17 per 100.000

    • prevalentie 500 per 100.000 voor polymyalgia rheumatica en 133 per 100.000 voor arteritis temporalis

    • vrouwen drie maal vaker dan mannen

    • door predilectie voor arteria temporalis ontstond de naam arteritis temporalis, maar is dus eigenlijk systeemaandoening

    • vaak ook naar Horton genoemd die eerste beschrijving deed in 1932 (verwarring met cluster headache)

    • relatie tussen polymyalgia en arteritis temporalis is onduidelijk

    • PR is frequenter

    • 20% van PR patiënten hebben ook AT

    • ongeveer 50% van AT patiënten hebben gelijktijdig PR

  • Anatomopathologie

    • inflammatie van enkel grote en middelgrote arteries

      • meest uitgesproken in de media en gefragmenteerde lamina interna

    • granulaties met T-lymfocyten, histiocyten en reuscellen

    • obstructie van lumen door oedeem en fibreuze proliferatie van intima met ischemie en eventueel necrose

    • geen uniforme aantasting maar segmentair (skip lesions) waardoor valsnegatieve biopsies

    • bij hevige hoofdpijn + gezwollen pijnlijke arterie volstaat kleine biopsie

    • bij klinisch negatieve arterie aan te raden uitgebreid fragment (5 cm) te nemen

  • Etiologie en pathogenese

    • ongekend maar wellicht cel-gemedieerde immuunrespons

  • Symptomen

    • lokaal

      • afhankelijk van aangetaste arteries

        • a. carotis, temporalis, lingualis, facialis, occipitalis, ophthalmica

      • hoofdpijn temporaal

      • soms occipitale hoofdpijn, veralgemeende hoofdpijn is zeldzaam

        • beschreven als jeukend, brandend

      • pijnlijke gezwollen a. temporalis, gevoelig bij palpatie

      • pijn in kaken bij kauwen/spreken = claudicatio van kauwspieren

        • ischemie van masseterspier

        • pathognomonisch

      • minder frequent: oorpijn, heesheid, keelpijn

      • pijn, claudicatio, zwelling van tong kan periodisch

      • cases met necrose van de tong

      • voorbijgaande gezichtsstoornissen: amaurosis fugax = alarmsymptoom

        • kan definitieve blindheid geven

      • voorbijgaande diplopie door ischemie van oogspieren of de zenuwen

      • aantasting coronairen of intracraniele bloedvaten (CVA) zeldzaam

      • perifere zenuwsyndromen zeldzaam

      • soms claudicatio van de arm

      • soms unilateraal raynaud fenomeen of afwezige pols

    • Algemeen

      • verhoogde sedimentatie

      • koorts

      • anorexie

      • anemie

      • moeheid

      • gewichtsverlies

      • gestoorde levertesten (alkalische fosfatasen)

      • symptomen van polymyalgia rheumatica

        • bilaterale stijfheid en pijn in nek, schouder en bekkengordel

        • vooral stijfheid 's ochtends

      • plots ontstaan + goede respons op prednisone = karakteristiek voor PR

  • Diagnose

    • verhoogde sedimentatie

    • zekerheid via biopsie van a. temporalis

      • goede betrouwbaarheid

      • NPV van 91%

      • voldoende grote biopsie belangrijk, eventueel tweede biopsie contralateraal bij negatieve eerste biopsie

  • Evolutie en prognose

    • belangrijkste complicatie: ischemische neuritis optica eventueel zelfs blindheid

    • meestal reeds 2-5 maand symptomen voor er blindheid optreedt

    • vroegtijdige diagnose uiterst belangrijk

    • zeer goede respons op corticoïden

    • meestal onderhoudstherapie gedurende een paar jaar

  • Behandeling

    • begindosis van 50 mg prednisolone

    • afbouwen dosis wanneer symptomen verdwijnen

    • kliniek primeert op sedimentatie

Glossodynie

  • Paresthesieën van mondmucosa (glossodynie, burning mouth, orale dysesthesie)

  • Frequent bij oudere vrouwen na menopauze

  • T.h.v. tong, prothesedragende mucosa bovenkaak, binnenzijde onderlip

  • Talrijke oorzaken

    • psychologisch: angst, cancerofobie

    • prothesen

    • contact-allergie op methylmethacrylaat monomeer, onstabiele occlusie (overdreven druk/wrijving op mucosa), prothese plaque met bacteriële en Candida-accumulatie

      • 25-30% van prothesedragers met glossodynie hebben positieve patch test

      • vermoeden van allergie indien

        • coïncidentie tussen optreden branderig gevoel en dragen prothese

        • lokalisatie beperkt tot prothese-dragende mucosa

    • algemene oorzaken

      • menopauze

      • diabetes (minder resistente mucosa, frequente xerostomie, Candida-besmetting)

      • deficiënties (ijzer, vitamine B, foliumzuur, vitamine B2, B6)

      • steatorrhea

      • xerostomie

    • medicatie (tranquilizers, antidepressiva)

    • Sjögren

    • andere oorzaken

      • antibiotica

      • mondspoelmiddelen

  • Behandeling

    • vaak ontgoochelend

    • vitamine B supplementen (placebo-effect?)

    • hormonale substitutie zelden beterschap (bij vrouwen na menopauze bij 18-25% glossodynie)

    • gunstig met

      • antidepressiva (Prothiaden)

      • nadeel: gewichtstoename en toename xerostomie

        • Prothiaden geven we niet meer want gewichtstoename van 10-20 kg die je er niet meer vanaf krijgt bij postmenopauzale vrouw

    • clonazepam (Rivotril)

    • alfa-liponzuur (LiponixX)

    • geruststelling en psychologische begeleiding

Hoofdpijn

  • Anamnese

    • duur en verloop

      • wanneer en hoe begonnen?

      • constant of in aanvallen?

      • pijn bij wakker worden of optreden in loop van de dag?

      • wordt de pijn erger?

      • hoelang duurt een aanval?

      • voelt u de aanval aankomen?

      • treden aanvallen op in weekends/vakanties?

      • kan er een oorzaak zijn?

    • plaats

      • waar heeft u de meeste pijn?

    • aard

      • stekend

      • kloppend of bonzend

      • drukkend

      • beïnvloedende factoren

      • wordt de pijn erger

      • bij inspanning

      • emoties

      • bukken

      • fel licht

      • lezen

      • TV kijken

      • tijdens menstruatie

    • wordt de pijn minder erg

      • innemen van pijnstillers of andere medicaties

      • goede nachtrust

      • massage van nekspieren

    • bijkomende klachten en verschijnselen

      • lichtflitsen

      • plots slechter zicht

      • tintelingen in gezicht, armen of benen

      • verlammingen of krachtverlies in armen of benen

      • bijzondere geur

      • tijdens aanval

        • lichtschuwheid

        • slechter zicht

        • overgeven

        • trandend, rood oog

        • loopneus

        • krachtverlies van armen of benen

        • duizeligheid

        • oorsuizen

        • dubbelzien

      • koorts

      • elders pijn behalve in hoofd

    • hoofdpijn in de familie

    • medicijngebruik

    • gebruik van alcohol/drugs

    • vroegere ziekten, opnames, operaties

    • psychoproblematiek (respect voor patient)

Migraine

  • Anamnestisch

    • aanvalsgewijs

    • vooral in weekend/vakanties/tijdens menstruatie

    • voelt aanval komen met prodromen (lichtflitsen, slecht zien, tingelingen, verlammingen)

    • misselijkheid en braken

    • lichtschuwheid

    • familiaal voorkomen migraine

  • Klinisch geen bijzondere bevindingen

Spanningshoofdpijn

  • Anamnese

    • continu aanwezig

    • vanuit nek naar voorhoofd

    • als een band rond het hoofd

    • na spanning of emoties

    • na lang lezen of TV kijken

    • afhankelijk van houding (ontspannen gaan liggen doet pijn verminderen)

  • Klinisch

    • druk met duim+wijsvinger t.h.v. occiput bij aanhechting van m. trapezius

    • druk t.h.v. mastoid links en rechts, indien dit meer pijn doet dan t.h.v. occiput dan is het geen spanningshoofdpijn, druk t.h.v. trapezius is pijnlijker

    • bepaal visus

    • een niet gecorrigeerde refractieafwijking kan spanningshoofdpijn veroorzaken

  • Behandeling

    • R/ amitriptyline 10 mg DT/ tab. d. t. d. no 15 S/ Eén tablet voor het slapen gaan

Last updated